Vervoeging van disconteren
Onbepaalde wijs (infinitief): disconteren
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik disconteer
- jij disconteert
- hij/zij/het disconteert
- wij disconteren
- jullie disconteren
- zij disconteren
Onvoltooid verleden tijd
- ik disconteerde
- jij disconteerde
- hij/zij/het disconteerde
- wij disconteerden
- jullie disconteerden
- zij disconteerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gedisconteerd
- jij hebt gedisconteerd
- hij/zij/het heeft gedisconteerd
- wij hebben gedisconteerd
- jullie hebben gedisconteerd
- zij hebben gedisconteerd
Voltooid verleden tijd
- ik had gedisconteerd
- jij had gedisconteerd
- hij/zij/het had gedisconteerd
- wij hadden gedisconteerd
- jullie hadden gedisconteerd
- zij hadden gedisconteerd
Toekomende tijd I
- ik zal disconteren
- jij zult disconteren
- hij/zij/het zal disconteren
- wij zullen disconteren
- jullie zullen disconteren
- zij zullen disconteren
Toekomende tijd II
- ik zal gedisconteerd hebben
- jij zult gedisconteerd hebben
- hij/zij/het zal gedisconteerd hebben
- wij zullen gedisconteerd hebben
- jullie zullen gedisconteerd hebben
- zij zullen gedisconteerd hebben
Conditionalis I
- ik zou disconteren
- jij zou disconteren
- hij/zij/het zou disconteren
- wij zouden disconteren
- jullie zouden disconteren
- zij zouden disconteren
Conditionalis II
- ik zou hebben gedisconteerd
- jij zou hebben gedisconteerd
- hij/zij/het zou hebben gedisconteerd
- wij zouden hebben gedisconteerd
- jullie zouden hebben gedisconteerd
- zij zouden hebben gedisconteerd
Imperatief
- jij disconteer
- jullie disconteert