Vervoeging van diskwalificeren
Onbepaalde wijs (infinitief): diskwalificeren
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik diskwalificeer
- jij diskwalificeert
- hij/zij/het diskwalificeert
- wij diskwalificeren
- jullie diskwalificeren
- zij diskwalificeren
Onvoltooid verleden tijd
- ik diskwalificeerde
- jij diskwalificeerde
- hij/zij/het diskwalificeerde
- wij diskwalificeerden
- jullie diskwalificeerden
- zij diskwalificeerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gediskwalificeerd
- jij hebt gediskwalificeerd
- hij/zij/het heeft gediskwalificeerd
- wij hebben gediskwalificeerd
- jullie hebben gediskwalificeerd
- zij hebben gediskwalificeerd
Voltooid verleden tijd
- ik had gediskwalificeerd
- jij had gediskwalificeerd
- hij/zij/het had gediskwalificeerd
- wij hadden gediskwalificeerd
- jullie hadden gediskwalificeerd
- zij hadden gediskwalificeerd
Toekomende tijd I
- ik zal diskwalificeren
- jij zult diskwalificeren
- hij/zij/het zal diskwalificeren
- wij zullen diskwalificeren
- jullie zullen diskwalificeren
- zij zullen diskwalificeren
Toekomende tijd II
- ik zal gediskwalificeerd hebben
- jij zult gediskwalificeerd hebben
- hij/zij/het zal gediskwalificeerd hebben
- wij zullen gediskwalificeerd hebben
- jullie zullen gediskwalificeerd hebben
- zij zullen gediskwalificeerd hebben
Conditionalis I
- ik zou diskwalificeren
- jij zou diskwalificeren
- hij/zij/het zou diskwalificeren
- wij zouden diskwalificeren
- jullie zouden diskwalificeren
- zij zouden diskwalificeren
Conditionalis II
- ik zou hebben gediskwalificeerd
- jij zou hebben gediskwalificeerd
- hij/zij/het zou hebben gediskwalificeerd
- wij zouden hebben gediskwalificeerd
- jullie zouden hebben gediskwalificeerd
- zij zouden hebben gediskwalificeerd
Imperatief
- jij diskwalificeer
- jullie diskwalificeert