Vervoeging van droogmaken

Onbepaalde wijs (infinitief): droogmaken

Vertaling: secar

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik maak droog
  • jij maakt droog
  • hij/zij/het maakt droog
  • wij maken droog
  • jullie maken droog
  • zij maken droog

Indicativo presente

  • yo seco
  • secas
  • él/ella seca
  • nosotros secamos
  • vosotros secáis
  • ellos/ellas secan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik maakte droog
  • jij maakte droog
  • hij/zij/het maakte droog
  • wij maakten droog
  • jullie maakten droog
  • zij maakten droog

Indefinido

  • yo sequé
  • secaste
  • él/ella secó
  • nosotros secamos
  • vosotros secasteis
  • ellos/ellas secaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb drooggemaakt
  • jij hebt drooggemaakt
  • hij/zij/het heeft drooggemaakt
  • wij hebben drooggemaakt
  • jullie hebben drooggemaakt
  • zij hebben drooggemaakt

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he secado
  • has secado
  • él/ella ha secado
  • nosotros hemos secado
  • vosotros habéis secado
  • ellos/ellas han secado

Voltooid verleden tijd

  • ik had drooggemaakt
  • jij had drooggemaakt
  • hij/zij/het had drooggemaakt
  • wij hadden drooggemaakt
  • jullie hadden drooggemaakt
  • zij hadden drooggemaakt

Pluscuamperfecto

  • yo había secado
  • habías secado
  • él/ella había secado
  • nosotros habíamos secado
  • vosotros habíais secado
  • ellos/ellas habían secado

Toekomende tijd I

  • ik zal droogmaken
  • jij zult droogmaken
  • hij/zij/het zal droogmaken
  • wij zullen droogmaken
  • jullie zullen droogmaken
  • zij zullen droogmaken

Futuro I

  • yo secaré
  • secarás
  • él/ella secará
  • nosotros secaremos
  • vosotros secaréis
  • ellos/ellas secarán

Toekomende tijd II

  • ik zal drooggemaakt hebben
  • jij zult drooggemaakt hebben
  • hij/zij/het zal drooggemaakt hebben
  • wij zullen drooggemaakt hebben
  • jullie zullen drooggemaakt hebben
  • zij zullen drooggemaakt hebben

Futuro perfecto

  • yo habré secado
  • habrás secado
  • él/ella habrá secado
  • nosotros habremos secado
  • vosotros habréis secado
  • ellos/ellas habrán secado

Conditionalis I

  • ik zou droogmaken
  • jij zou droogmaken
  • hij/zij/het zou droogmaken
  • wij zouden droogmaken
  • jullie zouden droogmaken
  • zij zouden droogmaken

Condicional

  • yo secaría
  • secarías
  • él/ella secaría
  • nosotros secaríamos
  • vosotros secaríais
  • ellos/ellas secarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben drooggemaakt
  • jij zou hebben drooggemaakt
  • hij/zij/het zou hebben drooggemaakt
  • wij zouden hebben drooggemaakt
  • jullie zouden hebben drooggemaakt
  • zij zouden hebben drooggemaakt

Condicional perfecto

  • yo habría secado
  • habrías secado
  • él/ella habría secado
  • nosotros habríamos secado
  • vosotros habríais secado
  • ellos/ellas habrían secado

Imperatief

  • jij maak droog
  • jullie maakt droog

Imperativo presente

  • seca
  • vosotros secad

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van droogmaken