Vervoeging van elektrolyseren
Onbepaalde wijs (infinitief): elektrolyseren
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik elektrolyseer
- jij elektrolyseert
- hij/zij/het elektrolyseert
- wij elektrolyseren
- jullie elektrolyseren
- zij elektrolyseren
Onvoltooid verleden tijd
- ik elektrolyseerde
- jij elektrolyseerde
- hij/zij/het elektrolyseerde
- wij elektrolyseerden
- jullie elektrolyseerden
- zij elektrolyseerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geëlektrolyseerd
- jij hebt geëlektrolyseerd
- hij/zij/het heeft geëlektrolyseerd
- wij hebben geëlektrolyseerd
- jullie hebben geëlektrolyseerd
- zij hebben geëlektrolyseerd
Voltooid verleden tijd
- ik had geëlektrolyseerd
- jij had geëlektrolyseerd
- hij/zij/het had geëlektrolyseerd
- wij hadden geëlektrolyseerd
- jullie hadden geëlektrolyseerd
- zij hadden geëlektrolyseerd
Toekomende tijd I
- ik zal elektrolyseren
- jij zult elektrolyseren
- hij/zij/het zal elektrolyseren
- wij zullen elektrolyseren
- jullie zullen elektrolyseren
- zij zullen elektrolyseren
Toekomende tijd II
- ik zal geëlektrolyseerd hebben
- jij zult geëlektrolyseerd hebben
- hij/zij/het zal geëlektrolyseerd hebben
- wij zullen geëlektrolyseerd hebben
- jullie zullen geëlektrolyseerd hebben
- zij zullen geëlektrolyseerd hebben
Conditionalis I
- ik zou elektrolyseren
- jij zou elektrolyseren
- hij/zij/het zou elektrolyseren
- wij zouden elektrolyseren
- jullie zouden elektrolyseren
- zij zouden elektrolyseren
Conditionalis II
- ik zou hebben geëlektrolyseerd
- jij zou hebben geëlektrolyseerd
- hij/zij/het zou hebben geëlektrolyseerd
- wij zouden hebben geëlektrolyseerd
- jullie zouden hebben geëlektrolyseerd
- zij zouden hebben geëlektrolyseerd
Imperatief
- jij elektrolyseer
- jullie elektrolyseert