Vervoeging van huldigen
Onbepaalde wijs (infinitief): huldigen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik huldig
- jij huldigt
- hij/zij/het huldigt
- wij huldigen
- jullie huldigen
- zij huldigen
Indicativo presente
- yo honro
- tú honras
- él/ella honra
- nosotros honramos
- vosotros honráis
- ellos/ellas honran
Onvoltooid verleden tijd
- ik huldigde
- jij huldigde
- hij/zij/het huldigde
- wij huldigden
- jullie huldigden
- zij huldigden
Indefinido
- yo honré
- tú honraste
- él/ella honró
- nosotros honramos
- vosotros honrasteis
- ellos/ellas honraron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gehuldigd
- jij hebt gehuldigd
- hij/zij/het heeft gehuldigd
- wij hebben gehuldigd
- jullie hebben gehuldigd
- zij hebben gehuldigd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he honrado
- tú has honrado
- él/ella ha honrado
- nosotros hemos honrado
- vosotros habéis honrado
- ellos/ellas han honrado
Voltooid verleden tijd
- ik had gehuldigd
- jij had gehuldigd
- hij/zij/het had gehuldigd
- wij hadden gehuldigd
- jullie hadden gehuldigd
- zij hadden gehuldigd
Pluscuamperfecto
- yo había honrado
- tú habías honrado
- él/ella había honrado
- nosotros habíamos honrado
- vosotros habíais honrado
- ellos/ellas habían honrado
Toekomende tijd I
- ik zal huldigen
- jij zult huldigen
- hij/zij/het zal huldigen
- wij zullen huldigen
- jullie zullen huldigen
- zij zullen huldigen
Futuro I
- yo honraré
- tú honrarás
- él/ella honrará
- nosotros honraremos
- vosotros honraréis
- ellos/ellas honrarán
Toekomende tijd II
- ik zal gehuldigd hebben
- jij zult gehuldigd hebben
- hij/zij/het zal gehuldigd hebben
- wij zullen gehuldigd hebben
- jullie zullen gehuldigd hebben
- zij zullen gehuldigd hebben
Futuro perfecto
- yo habré honrado
- tú habrás honrado
- él/ella habrá honrado
- nosotros habremos honrado
- vosotros habréis honrado
- ellos/ellas habrán honrado
Conditionalis I
- ik zou huldigen
- jij zou huldigen
- hij/zij/het zou huldigen
- wij zouden huldigen
- jullie zouden huldigen
- zij zouden huldigen
Condicional
- yo honraría
- tú honrarías
- él/ella honraría
- nosotros honraríamos
- vosotros honraríais
- ellos/ellas honrarían
Conditionalis II
- ik zou hebben gehuldigd
- jij zou hebben gehuldigd
- hij/zij/het zou hebben gehuldigd
- wij zouden hebben gehuldigd
- jullie zouden hebben gehuldigd
- zij zouden hebben gehuldigd
Condicional perfecto
- yo habría honrado
- tú habrías honrado
- él/ella habría honrado
- nosotros habríamos honrado
- vosotros habríais honrado
- ellos/ellas habrían honrado
Imperatief
- jij huldig
- jullie huldigt
Imperativo presente
- tú honra
- vosotros honrad