Vervoeging van illustreren
Onbepaalde wijs (infinitief): illustreren
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik illustreer
- jij illustreert
- hij/zij/het illustreert
- wij illustreren
- jullie illustreren
- zij illustreren
Indicativo presente
- yo ilustro
- tú ilustras
- él/ella ilustra
- nosotros ilustramos
- vosotros ilustráis
- ellos/ellas ilustran
Onvoltooid verleden tijd
- ik illustreerde
- jij illustreerde
- hij/zij/het illustreerde
- wij illustreerden
- jullie illustreerden
- zij illustreerden
Indefinido
- yo ilustré
- tú ilustraste
- él/ella ilustró
- nosotros ilustramos
- vosotros ilustrasteis
- ellos/ellas ilustraron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geïllustreerd
- jij hebt geïllustreerd
- hij/zij/het heeft geïllustreerd
- wij hebben geïllustreerd
- jullie hebben geïllustreerd
- zij hebben geïllustreerd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he ilustrado
- tú has ilustrado
- él/ella ha ilustrado
- nosotros hemos ilustrado
- vosotros habéis ilustrado
- ellos/ellas han ilustrado
Voltooid verleden tijd
- ik had geïllustreerd
- jij had geïllustreerd
- hij/zij/het had geïllustreerd
- wij hadden geïllustreerd
- jullie hadden geïllustreerd
- zij hadden geïllustreerd
Pluscuamperfecto
- yo había ilustrado
- tú habías ilustrado
- él/ella había ilustrado
- nosotros habíamos ilustrado
- vosotros habíais ilustrado
- ellos/ellas habían ilustrado
Toekomende tijd I
- ik zal illustreren
- jij zult illustreren
- hij/zij/het zal illustreren
- wij zullen illustreren
- jullie zullen illustreren
- zij zullen illustreren
Futuro I
- yo ilustraré
- tú ilustrarás
- él/ella ilustrará
- nosotros ilustraremos
- vosotros ilustraréis
- ellos/ellas ilustrarán
Toekomende tijd II
- ik zal geïllustreerd hebben
- jij zult geïllustreerd hebben
- hij/zij/het zal geïllustreerd hebben
- wij zullen geïllustreerd hebben
- jullie zullen geïllustreerd hebben
- zij zullen geïllustreerd hebben
Futuro perfecto
- yo habré ilustrado
- tú habrás ilustrado
- él/ella habrá ilustrado
- nosotros habremos ilustrado
- vosotros habréis ilustrado
- ellos/ellas habrán ilustrado
Conditionalis I
- ik zou illustreren
- jij zou illustreren
- hij/zij/het zou illustreren
- wij zouden illustreren
- jullie zouden illustreren
- zij zouden illustreren
Condicional
- yo ilustraría
- tú ilustrarías
- él/ella ilustraría
- nosotros ilustraríamos
- vosotros ilustraríais
- ellos/ellas ilustrarían
Conditionalis II
- ik zou hebben geïllustreerd
- jij zou hebben geïllustreerd
- hij/zij/het zou hebben geïllustreerd
- wij zouden hebben geïllustreerd
- jullie zouden hebben geïllustreerd
- zij zouden hebben geïllustreerd
Condicional perfecto
- yo habría ilustrado
- tú habrías ilustrado
- él/ella habría ilustrado
- nosotros habríamos ilustrado
- vosotros habríais ilustrado
- ellos/ellas habrían ilustrado
Imperatief
- jij illustreer
- jullie illustreert
Imperativo presente
- tú ilustra
- vosotros ilustrad