Vervoeging van indrammen
Onbepaalde wijs (infinitief): indrammen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik dram in
- jij dramt in
- hij/zij/het dramt in
- wij drammen in
- jullie drammen in
- zij drammen in
Onvoltooid verleden tijd
- ik dramde in
- jij dramde in
- hij/zij/het dramde in
- wij dramden in
- jullie dramden in
- zij dramden in
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingedramd
- jij hebt ingedramd
- hij/zij/het heeft ingedramd
- wij hebben ingedramd
- jullie hebben ingedramd
- zij hebben ingedramd
Voltooid verleden tijd
- ik had ingedramd
- jij had ingedramd
- hij/zij/het had ingedramd
- wij hadden ingedramd
- jullie hadden ingedramd
- zij hadden ingedramd
Toekomende tijd I
- ik zal indrammen
- jij zult indrammen
- hij/zij/het zal indrammen
- wij zullen indrammen
- jullie zullen indrammen
- zij zullen indrammen
Toekomende tijd II
- ik zal ingedramd hebben
- jij zult ingedramd hebben
- hij/zij/het zal ingedramd hebben
- wij zullen ingedramd hebben
- jullie zullen ingedramd hebben
- zij zullen ingedramd hebben
Conditionalis I
- ik zou indrammen
- jij zou indrammen
- hij/zij/het zou indrammen
- wij zouden indrammen
- jullie zouden indrammen
- zij zouden indrammen
Conditionalis II
- ik zou hebben ingedramd
- jij zou hebben ingedramd
- hij/zij/het zou hebben ingedramd
- wij zouden hebben ingedramd
- jullie zouden hebben ingedramd
- zij zouden hebben ingedramd
Imperatief
- jij dram in
- jullie dramt in