Vervoeging van inlichten

Vertaling: informar

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik licht in
  • jij licht in
  • hij/zij/het licht in
  • wij lichten in
  • jullie lichten in
  • zij lichten in

Indicativo presente

  • yo informo
  • informas
  • él/ella informa
  • nosotros informamos
  • vosotros informáis
  • ellos/ellas informan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik lichtte in
  • jij lichtte in
  • hij/zij/het lichtte in
  • wij lichtten in
  • jullie lichtten in
  • zij lichtten in

Indefinido

  • yo informé
  • informaste
  • él/ella informó
  • nosotros informamos
  • vosotros informasteis
  • ellos/ellas informaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb ingelicht
  • jij hebt ingelicht
  • hij/zij/het heeft ingelicht
  • wij hebben ingelicht
  • jullie hebben ingelicht
  • zij hebben ingelicht

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he informado
  • has informado
  • él/ella ha informado
  • nosotros hemos informado
  • vosotros habéis informado
  • ellos/ellas han informado

Voltooid verleden tijd

  • ik had ingelicht
  • jij had ingelicht
  • hij/zij/het had ingelicht
  • wij hadden ingelicht
  • jullie hadden ingelicht
  • zij hadden ingelicht

Pluscuamperfecto

  • yo había informado
  • habías informado
  • él/ella había informado
  • nosotros habíamos informado
  • vosotros habíais informado
  • ellos/ellas habían informado

Toekomende tijd I

  • ik zal inlichten
  • jij zult inlichten
  • hij/zij/het zal inlichten
  • wij zullen inlichten
  • jullie zullen inlichten
  • zij zullen inlichten

Futuro I

  • yo informaré
  • informarás
  • él/ella informará
  • nosotros informaremos
  • vosotros informaréis
  • ellos/ellas informarán

Toekomende tijd II

  • ik zal ingelicht hebben
  • jij zult ingelicht hebben
  • hij/zij/het zal ingelicht hebben
  • wij zullen ingelicht hebben
  • jullie zullen ingelicht hebben
  • zij zullen ingelicht hebben

Futuro perfecto

  • yo habré informado
  • habrás informado
  • él/ella habrá informado
  • nosotros habremos informado
  • vosotros habréis informado
  • ellos/ellas habrán informado

Conditionalis I

  • ik zou inlichten
  • jij zou inlichten
  • hij/zij/het zou inlichten
  • wij zouden inlichten
  • jullie zouden inlichten
  • zij zouden inlichten

Condicional

  • yo informaría
  • informarías
  • él/ella informaría
  • nosotros informaríamos
  • vosotros informaríais
  • ellos/ellas informarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben ingelicht
  • jij zou hebben ingelicht
  • hij/zij/het zou hebben ingelicht
  • wij zouden hebben ingelicht
  • jullie zouden hebben ingelicht
  • zij zouden hebben ingelicht

Condicional perfecto

  • yo habría informado
  • habrías informado
  • él/ella habría informado
  • nosotros habríamos informado
  • vosotros habríais informado
  • ellos/ellas habrían informado

Imperatief

  • jij licht in
  • jullie licht in

Imperativo presente

  • informa
  • vosotros informad

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van inlichten