Vervoeging van inmijnen

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik mijn in
    • jij mijnt in
    • hij/zij/het mijnt in
    • wij mijnen in
    • jullie mijnen in
    • zij mijnen in
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik mijnde in
    • jij mijnde in
    • hij/zij/het mijnde in
    • wij mijnden in
    • jullie mijnden in
    • zij mijnden in
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb ingemijnd
    • jij hebt ingemijnd
    • hij/zij/het heeft ingemijnd
    • wij hebben ingemijnd
    • jullie hebben ingemijnd
    • zij hebben ingemijnd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had ingemijnd
    • jij had ingemijnd
    • hij/zij/het had ingemijnd
    • wij hadden ingemijnd
    • jullie hadden ingemijnd
    • zij hadden ingemijnd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal inmijnen
    • jij zult inmijnen
    • hij/zij/het zal inmijnen
    • wij zullen inmijnen
    • jullie zullen inmijnen
    • zij zullen inmijnen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal ingemijnd hebben
    • jij zult ingemijnd hebben
    • hij/zij/het zal ingemijnd hebben
    • wij zullen ingemijnd hebben
    • jullie zullen ingemijnd hebben
    • zij zullen ingemijnd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou inmijnen
    • jij zou inmijnen
    • hij/zij/het zou inmijnen
    • wij zouden inmijnen
    • jullie zouden inmijnen
    • zij zouden inmijnen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben ingemijnd
    • jij zou hebben ingemijnd
    • hij/zij/het zou hebben ingemijnd
    • wij zouden hebben ingemijnd
    • jullie zouden hebben ingemijnd
    • zij zouden hebben ingemijnd
  • Imperatief

    • jij mijn in
    • jullie mijnt in