Vervoeging van kapotsnijden
Onbepaalde wijs (infinitief): kapotsnijden
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik snijd kapot
- jij snijdt kapot
- hij/zij/het snijdt kapot
- wij snijden kapot
- jullie snijden kapot
- zij snijden kapot
Onvoltooid verleden tijd
- ik sneed kapot
- jij sneed kapot
- hij/zij/het sneed kapot
- wij sneden kapot
- jullie sneden kapot
- zij sneden kapot
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb kapotgesneden
- jij hebt kapotgesneden
- hij/zij/het heeft kapotgesneden
- wij hebben kapotgesneden
- jullie hebben kapotgesneden
- zij hebben kapotgesneden
Voltooid verleden tijd
- ik had kapotgesneden
- jij had kapotgesneden
- hij/zij/het had kapotgesneden
- wij hadden kapotgesneden
- jullie hadden kapotgesneden
- zij hadden kapotgesneden
Toekomende tijd I
- ik zal kapotsnijden
- jij zult kapotsnijden
- hij/zij/het zal kapotsnijden
- wij zullen kapotsnijden
- jullie zullen kapotsnijden
- zij zullen kapotsnijden
Toekomende tijd II
- ik zal kapotgesneden hebben
- jij zult kapotgesneden hebben
- hij/zij/het zal kapotgesneden hebben
- wij zullen kapotgesneden hebben
- jullie zullen kapotgesneden hebben
- zij zullen kapotgesneden hebben
Conditionalis I
- ik zou kapotsnijden
- jij zou kapotsnijden
- hij/zij/het zou kapotsnijden
- wij zouden kapotsnijden
- jullie zouden kapotsnijden
- zij zouden kapotsnijden
Conditionalis II
- ik zou hebben kapotgesneden
- jij zou hebben kapotgesneden
- hij/zij/het zou hebben kapotgesneden
- wij zouden hebben kapotgesneden
- jullie zouden hebben kapotgesneden
- zij zouden hebben kapotgesneden
Imperatief
- jij snijd kapot
- jullie snijdt kapot