Vervoeging van losbeitelen

Onbepaalde wijs (infinitief): losbeitelen

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik beitel los
    • jij beitelt los
    • hij/zij/het beitelt los
    • wij beitelen los
    • jullie beitelen los
    • zij beitelen los
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik beitelde los
    • jij beitelde los
    • hij/zij/het beitelde los
    • wij beitelden los
    • jullie beitelden los
    • zij beitelden los
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb losgebeiteld
    • jij hebt losgebeiteld
    • hij/zij/het heeft losgebeiteld
    • wij hebben losgebeiteld
    • jullie hebben losgebeiteld
    • zij hebben losgebeiteld
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had losgebeiteld
    • jij had losgebeiteld
    • hij/zij/het had losgebeiteld
    • wij hadden losgebeiteld
    • jullie hadden losgebeiteld
    • zij hadden losgebeiteld
  • Toekomende tijd I

    • ik zal losbeitelen
    • jij zult losbeitelen
    • hij/zij/het zal losbeitelen
    • wij zullen losbeitelen
    • jullie zullen losbeitelen
    • zij zullen losbeitelen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal losgebeiteld hebben
    • jij zult losgebeiteld hebben
    • hij/zij/het zal losgebeiteld hebben
    • wij zullen losgebeiteld hebben
    • jullie zullen losgebeiteld hebben
    • zij zullen losgebeiteld hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou losbeitelen
    • jij zou losbeitelen
    • hij/zij/het zou losbeitelen
    • wij zouden losbeitelen
    • jullie zouden losbeitelen
    • zij zouden losbeitelen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben losgebeiteld
    • jij zou hebben losgebeiteld
    • hij/zij/het zou hebben losgebeiteld
    • wij zouden hebben losgebeiteld
    • jullie zouden hebben losgebeiteld
    • zij zouden hebben losgebeiteld
  • Imperatief

    • jij beitel los
    • jullie beitelt los