Vervoeging van mannen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik man
- jij mant
- hij/zij/het mant
- wij mannen
- jullie mannen
- zij mannen
Onvoltooid verleden tijd
- ik mande
- jij mande
- hij/zij/het mande
- wij manden
- jullie manden
- zij manden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gemand
- jij hebt gemand
- hij/zij/het heeft gemand
- wij hebben gemand
- jullie hebben gemand
- zij hebben gemand
Voltooid verleden tijd
- ik had gemand
- jij had gemand
- hij/zij/het had gemand
- wij hadden gemand
- jullie hadden gemand
- zij hadden gemand
Toekomende tijd I
- ik zal mannen
- jij zult mannen
- hij/zij/het zal mannen
- wij zullen mannen
- jullie zullen mannen
- zij zullen mannen
Toekomende tijd II
- ik zal gemand hebben
- jij zult gemand hebben
- hij/zij/het zal gemand hebben
- wij zullen gemand hebben
- jullie zullen gemand hebben
- zij zullen gemand hebben
Conditionalis I
- ik zou mannen
- jij zou mannen
- hij/zij/het zou mannen
- wij zouden mannen
- jullie zouden mannen
- zij zouden mannen
Conditionalis II
- ik zou hebben gemand
- jij zou hebben gemand
- hij/zij/het zou hebben gemand
- wij zouden hebben gemand
- jullie zouden hebben gemand
- zij zouden hebben gemand
Imperatief
- jij man
- jullie mant