Vervoeging van misduiden
Onbepaalde wijs (infinitief): misduiden
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik misduid
- jij misduidt
- hij/zij/het misduidt
- wij misduiden
- jullie misduiden
- zij misduiden
Onvoltooid verleden tijd
- ik misduidde
- jij misduidde
- hij/zij/het misduidde
- wij misduidden
- jullie misduidden
- zij misduidden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb misduid
- jij hebt misduid
- hij/zij/het heeft misduid
- wij hebben misduid
- jullie hebben misduid
- zij hebben misduid
Voltooid verleden tijd
- ik had misduid
- jij had misduid
- hij/zij/het had misduid
- wij hadden misduid
- jullie hadden misduid
- zij hadden misduid
Toekomende tijd I
- ik zal misduiden
- jij zult misduiden
- hij/zij/het zal misduiden
- wij zullen misduiden
- jullie zullen misduiden
- zij zullen misduiden
Toekomende tijd II
- ik zal misduid hebben
- jij zult misduid hebben
- hij/zij/het zal misduid hebben
- wij zullen misduid hebben
- jullie zullen misduid hebben
- zij zullen misduid hebben
Conditionalis I
- ik zou misduiden
- jij zou misduiden
- hij/zij/het zou misduiden
- wij zouden misduiden
- jullie zouden misduiden
- zij zouden misduiden
Conditionalis II
- ik zou hebben misduid
- jij zou hebben misduid
- hij/zij/het zou hebben misduid
- wij zouden hebben misduid
- jullie zouden hebben misduid
- zij zouden hebben misduid
Imperatief
- jij misduid
- jullie misduidt