Vervoeging van misstappen
Onbepaalde wijs (infinitief): misstappen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stap mis
- jij stapt mis
- hij/zij/het stapt mis
- wij stappen mis
- jullie stappen mis
- zij stappen mis
Onvoltooid verleden tijd
- ik stapte mis
- jij stapte mis
- hij/zij/het stapte mis
- wij stapten mis
- jullie stapten mis
- zij stapten mis
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb misgestapt
- jij hebt misgestapt
- hij/zij/het heeft misgestapt
- wij hebben misgestapt
- jullie hebben misgestapt
- zij hebben misgestapt
Voltooid verleden tijd
- ik had misgestapt
- jij had misgestapt
- hij/zij/het had misgestapt
- wij hadden misgestapt
- jullie hadden misgestapt
- zij hadden misgestapt
Toekomende tijd I
- ik zal misstappen
- jij zult misstappen
- hij/zij/het zal misstappen
- wij zullen misstappen
- jullie zullen misstappen
- zij zullen misstappen
Toekomende tijd II
- ik zal misgestapt hebben
- jij zult misgestapt hebben
- hij/zij/het zal misgestapt hebben
- wij zullen misgestapt hebben
- jullie zullen misgestapt hebben
- zij zullen misgestapt hebben
Conditionalis I
- ik zou misstappen
- jij zou misstappen
- hij/zij/het zou misstappen
- wij zouden misstappen
- jullie zouden misstappen
- zij zouden misstappen
Conditionalis II
- ik zou hebben misgestapt
- jij zou hebben misgestapt
- hij/zij/het zou hebben misgestapt
- wij zouden hebben misgestapt
- jullie zouden hebben misgestapt
- zij zouden hebben misgestapt
Imperatief
- jij stap mis
- jullie stapt mis