Vervoeging van neerschijnen
Onbepaalde wijs (infinitief): neerschijnen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het schijnt neer
- zij schijnen neer
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het scheen neer
- zij schenen neer
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft neergeschenen
- zij hebben neergeschenen
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had neergeschenen
- zij hadden neergeschenen
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal neerschijnen
- zij zult neerschijnen
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal neergeschenen hebben
- zij zult neergeschenen hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal neerschijnen
- zij zullen neerschijnen
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben neergeschenen
- zij zullen hebben neergeschenen