Vervoeging van ondervinden
Onbepaalde wijs (infinitief): ondervinden
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ondervind
- jij ondervindt
- hij/zij/het ondervindt
- wij ondervinden
- jullie ondervinden
- zij ondervinden
Indicativo presente
- yo experimento
- tú experimentas
- él/ella experimenta
- nosotros experimentamos
- vosotros experimentáis
- ellos/ellas experimentan
Onvoltooid verleden tijd
- ik ondervond
- jij ondervond
- hij/zij/het ondervond
- wij ondervonden
- jullie ondervonden
- zij ondervonden
Indefinido
- yo experimenté
- tú experimentaste
- él/ella experimentó
- nosotros experimentamos
- vosotros experimentasteis
- ellos/ellas experimentaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ondervonden
- jij hebt ondervonden
- hij/zij/het heeft ondervonden
- wij hebben ondervonden
- jullie hebben ondervonden
- zij hebben ondervonden
Pretérito perfecto compuesto
- yo he experimentado
- tú has experimentado
- él/ella ha experimentado
- nosotros hemos experimentado
- vosotros habéis experimentado
- ellos/ellas han experimentado
Voltooid verleden tijd
- ik had ondervonden
- jij had ondervonden
- hij/zij/het had ondervonden
- wij hadden ondervonden
- jullie hadden ondervonden
- zij hadden ondervonden
Pluscuamperfecto
- yo había experimentado
- tú habías experimentado
- él/ella había experimentado
- nosotros habíamos experimentado
- vosotros habíais experimentado
- ellos/ellas habían experimentado
Toekomende tijd I
- ik zal ondervinden
- jij zult ondervinden
- hij/zij/het zal ondervinden
- wij zullen ondervinden
- jullie zullen ondervinden
- zij zullen ondervinden
Futuro I
- yo experimentaré
- tú experimentarás
- él/ella experimentará
- nosotros experimentaremos
- vosotros experimentaréis
- ellos/ellas experimentarán
Toekomende tijd II
- ik zal ondervonden hebben
- jij zult ondervonden hebben
- hij/zij/het zal ondervonden hebben
- wij zullen ondervonden hebben
- jullie zullen ondervonden hebben
- zij zullen ondervonden hebben
Futuro perfecto
- yo habré experimentado
- tú habrás experimentado
- él/ella habrá experimentado
- nosotros habremos experimentado
- vosotros habréis experimentado
- ellos/ellas habrán experimentado
Conditionalis I
- ik zou ondervinden
- jij zou ondervinden
- hij/zij/het zou ondervinden
- wij zouden ondervinden
- jullie zouden ondervinden
- zij zouden ondervinden
Condicional
- yo experimentaría
- tú experimentarías
- él/ella experimentaría
- nosotros experimentaríamos
- vosotros experimentaríais
- ellos/ellas experimentarían
Conditionalis II
- ik zou hebben ondervonden
- jij zou hebben ondervonden
- hij/zij/het zou hebben ondervonden
- wij zouden hebben ondervonden
- jullie zouden hebben ondervonden
- zij zouden hebben ondervonden
Condicional perfecto
- yo habría experimentado
- tú habrías experimentado
- él/ella habría experimentado
- nosotros habríamos experimentado
- vosotros habríais experimentado
- ellos/ellas habrían experimentado
Imperatief
- jij ondervind
- jullie ondervindt
Imperativo presente
- tú experimenta
- vosotros experimentad