Vervoeging van ontdekken

Vertaling: descubrir

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik ontdek
  • jij ontdekt
  • hij/zij/het ontdekt
  • wij ontdekken
  • jullie ontdekken
  • zij ontdekken

Indicativo presente

  • yo descubro
  • descubres
  • él/ella descubre
  • nosotros descubrimos
  • vosotros descubrís
  • ellos/ellas descubren

Onvoltooid verleden tijd

  • ik ontdekte
  • jij ontdekte
  • hij/zij/het ontdekte
  • wij ontdekten
  • jullie ontdekten
  • zij ontdekten

Indefinido

  • yo descubrí
  • descubriste
  • él/ella descubrió
  • nosotros descubrimos
  • vosotros descubristeis
  • ellos/ellas descubrieron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb ontdekt
  • jij hebt ontdekt
  • hij/zij/het heeft ontdekt
  • wij hebben ontdekt
  • jullie hebben ontdekt
  • zij hebben ontdekt

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he descubierto
  • has descubierto
  • él/ella ha descubierto
  • nosotros hemos descubierto
  • vosotros habéis descubierto
  • ellos/ellas han descubierto

Voltooid verleden tijd

  • ik had ontdekt
  • jij had ontdekt
  • hij/zij/het had ontdekt
  • wij hadden ontdekt
  • jullie hadden ontdekt
  • zij hadden ontdekt

Pluscuamperfecto

  • yo había descubierto
  • habías descubierto
  • él/ella había descubierto
  • nosotros habíamos descubierto
  • vosotros habíais descubierto
  • ellos/ellas habían descubierto

Toekomende tijd I

  • ik zal ontdekken
  • jij zult ontdekken
  • hij/zij/het zal ontdekken
  • wij zullen ontdekken
  • jullie zullen ontdekken
  • zij zullen ontdekken

Futuro I

  • yo descubriré
  • descubrirás
  • él/ella descubrirá
  • nosotros descubriremos
  • vosotros descubriréis
  • ellos/ellas descubrirán

Toekomende tijd II

  • ik zal ontdekt hebben
  • jij zult ontdekt hebben
  • hij/zij/het zal ontdekt hebben
  • wij zullen ontdekt hebben
  • jullie zullen ontdekt hebben
  • zij zullen ontdekt hebben

Futuro perfecto

  • yo habré descubierto
  • habrás descubierto
  • él/ella habrá descubierto
  • nosotros habremos descubierto
  • vosotros habréis descubierto
  • ellos/ellas habrán descubierto

Conditionalis I

  • ik zou ontdekken
  • jij zou ontdekken
  • hij/zij/het zou ontdekken
  • wij zouden ontdekken
  • jullie zouden ontdekken
  • zij zouden ontdekken

Condicional

  • yo descubriría
  • descubrirías
  • él/ella descubriría
  • nosotros descubriríamos
  • vosotros descubriríais
  • ellos/ellas descubrirían

Conditionalis II

  • ik zou hebben ontdekt
  • jij zou hebben ontdekt
  • hij/zij/het zou hebben ontdekt
  • wij zouden hebben ontdekt
  • jullie zouden hebben ontdekt
  • zij zouden hebben ontdekt

Condicional perfecto

  • yo habría descubierto
  • habrías descubierto
  • él/ella habría descubierto
  • nosotros habríamos descubierto
  • vosotros habríais descubierto
  • ellos/ellas habrían descubierto

Imperatief

  • jij ontdek
  • jullie ontdekt

Imperativo presente

  • descubre
  • vosotros descubrid

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van ontdekken