Vervoeging van openkrabben
Onbepaalde wijs (infinitief): openkrabben
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik krab open
- jij krabt open
- hij/zij/het krabt open
- wij krabben open
- jullie krabben open
- zij krabben open
Indicativo presente
- yo araño
- tú arañas
- él/ella araña
- nosotros arañamos
- vosotros arañáis
- ellos/ellas arañan
Onvoltooid verleden tijd
- ik krabde open
- jij krabde open
- hij/zij/het krabde open
- wij krabden open
- jullie krabden open
- zij krabden open
Indefinido
- yo arañé
- tú arañaste
- él/ella arañó
- nosotros arañamos
- vosotros arañasteis
- ellos/ellas arañaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opengekrabd
- jij hebt opengekrabd
- hij/zij/het heeft opengekrabd
- wij hebben opengekrabd
- jullie hebben opengekrabd
- zij hebben opengekrabd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he arañado
- tú has arañado
- él/ella ha arañado
- nosotros hemos arañado
- vosotros habéis arañado
- ellos/ellas han arañado
Voltooid verleden tijd
- ik had opengekrabd
- jij had opengekrabd
- hij/zij/het had opengekrabd
- wij hadden opengekrabd
- jullie hadden opengekrabd
- zij hadden opengekrabd
Pluscuamperfecto
- yo había arañado
- tú habías arañado
- él/ella había arañado
- nosotros habíamos arañado
- vosotros habíais arañado
- ellos/ellas habían arañado
Toekomende tijd I
- ik zal openkrabben
- jij zult openkrabben
- hij/zij/het zal openkrabben
- wij zullen openkrabben
- jullie zullen openkrabben
- zij zullen openkrabben
Futuro I
- yo arañaré
- tú arañarás
- él/ella arañará
- nosotros arañaremos
- vosotros arañaréis
- ellos/ellas arañarán
Toekomende tijd II
- ik zal opengekrabd hebben
- jij zult opengekrabd hebben
- hij/zij/het zal opengekrabd hebben
- wij zullen opengekrabd hebben
- jullie zullen opengekrabd hebben
- zij zullen opengekrabd hebben
Futuro perfecto
- yo habré arañado
- tú habrás arañado
- él/ella habrá arañado
- nosotros habremos arañado
- vosotros habréis arañado
- ellos/ellas habrán arañado
Conditionalis I
- ik zou openkrabben
- jij zou openkrabben
- hij/zij/het zou openkrabben
- wij zouden openkrabben
- jullie zouden openkrabben
- zij zouden openkrabben
Condicional
- yo arañaría
- tú arañarías
- él/ella arañaría
- nosotros arañaríamos
- vosotros arañaríais
- ellos/ellas arañarían
Conditionalis II
- ik zou hebben opengekrabd
- jij zou hebben opengekrabd
- hij/zij/het zou hebben opengekrabd
- wij zouden hebben opengekrabd
- jullie zouden hebben opengekrabd
- zij zouden hebben opengekrabd
Condicional perfecto
- yo habría arañado
- tú habrías arañado
- él/ella habría arañado
- nosotros habríamos arañado
- vosotros habríais arañado
- ellos/ellas habrían arañado
Imperatief
- jij krab open
- jullie krabt open
Imperativo presente
- tú araña
- vosotros arañad