Vervoeging van opsodemieteren
Onbepaalde wijs (infinitief): opsodemieteren
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik sodemieter op
- jij sodemietert op
- hij/zij/het sodemietert op
- wij sodemieteren op
- jullie sodemieteren op
- zij sodemieteren op
Onvoltooid verleden tijd
- ik sodemieterde op
- jij sodemieterde op
- hij/zij/het sodemieterde op
- wij sodemieterden op
- jullie sodemieterden op
- zij sodemieterden op
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben opgesodemieterd
- jij bent opgesodemieterd
- hij/zij/het is opgesodemieterd
- wij zijn opgesodemieterd
- jullie zijn opgesodemieterd
- zij zijn opgesodemieterd
Voltooid verleden tijd
- ik was opgesodemieterd
- jij was opgesodemieterd
- hij/zij/het was opgesodemieterd
- wij waren opgesodemieterd
- jullie waren opgesodemieterd
- zij waren opgesodemieterd
Toekomende tijd I
- ik zal opsodemieteren
- jij zult opsodemieteren
- hij/zij/het zal opsodemieteren
- wij zullen opsodemieteren
- jullie zullen opsodemieteren
- zij zullen opsodemieteren
Toekomende tijd II
- ik zal opgesodemieterd zijn
- jij zult opgesodemieterd zijn
- hij/zij/het zal opgesodemieterd zijn
- wij zullen opgesodemieterd zijn
- jullie zullen opgesodemieterd zijn
- zij zullen opgesodemieterd zijn
Conditionalis I
- ik zou opsodemieteren
- jij zou opsodemieteren
- hij/zij/het zou opsodemieteren
- wij zouden opsodemieteren
- jullie zouden opsodemieteren
- zij zouden opsodemieteren
Conditionalis II
- ik zou zijn opgesodemieterd
- jij zou zijn opgesodemieterd
- hij/zij/het zou zijn opgesodemieterd
- wij zouden zijn opgesodemieterd
- jullie zouden zijn opgesodemieterd
- zij zouden zijn opgesodemieterd
Imperatief
- jij sodemieter op
- jullie sodemietert op