Vervoeging van opwegen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik weeg op
- jij weegt op
- hij/zij/het weegt op
- wij wegen op
- jullie wegen op
- zij wegen op
Onvoltooid verleden tijd
- ik woog op
- jij woog op
- hij/zij/het woog op
- wij wogen op
- jullie wogen op
- zij wogen op
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opgewogen
- jij hebt opgewogen
- hij/zij/het heeft opgewogen
- wij hebben opgewogen
- jullie hebben opgewogen
- zij hebben opgewogen
Voltooid verleden tijd
- ik had opgewogen
- jij had opgewogen
- hij/zij/het had opgewogen
- wij hadden opgewogen
- jullie hadden opgewogen
- zij hadden opgewogen
Toekomende tijd I
- ik zal opwegen
- jij zult opwegen
- hij/zij/het zal opwegen
- wij zullen opwegen
- jullie zullen opwegen
- zij zullen opwegen
Toekomende tijd II
- ik zal opgewogen hebben
- jij zult opgewogen hebben
- hij/zij/het zal opgewogen hebben
- wij zullen opgewogen hebben
- jullie zullen opgewogen hebben
- zij zullen opgewogen hebben
Conditionalis I
- ik zou opwegen
- jij zou opwegen
- hij/zij/het zou opwegen
- wij zouden opwegen
- jullie zouden opwegen
- zij zouden opwegen
Conditionalis II
- ik zou hebben opgewogen
- jij zou hebben opgewogen
- hij/zij/het zou hebben opgewogen
- wij zouden hebben opgewogen
- jullie zouden hebben opgewogen
- zij zouden hebben opgewogen
Imperatief
- jij weeg op
- jullie weegt op