Vervoeging van partijtrekken
Onbepaalde wijs (infinitief): partijtrekken
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik trek partij
- jij trekt partij
- hij/zij/het trekt partij
- wij trekken partij
- jullie trekken partij
- zij trekken partij
Onvoltooid verleden tijd
- ik trok partij
- jij trok partij
- hij/zij/het trok partij
- wij trokken partij
- jullie trokken partij
- zij trokken partij
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb partijgetrokken
- jij hebt partijgetrokken
- hij/zij/het heeft partijgetrokken
- wij hebben partijgetrokken
- jullie hebben partijgetrokken
- zij hebben partijgetrokken
Voltooid verleden tijd
- ik had partijgetrokken
- jij had partijgetrokken
- hij/zij/het had partijgetrokken
- wij hadden partijgetrokken
- jullie hadden partijgetrokken
- zij hadden partijgetrokken
Toekomende tijd I
- ik zal partijtrekken
- jij zult partijtrekken
- hij/zij/het zal partijtrekken
- wij zullen partijtrekken
- jullie zullen partijtrekken
- zij zullen partijtrekken
Toekomende tijd II
- ik zal partijgetrokken hebben
- jij zult partijgetrokken hebben
- hij/zij/het zal partijgetrokken hebben
- wij zullen partijgetrokken hebben
- jullie zullen partijgetrokken hebben
- zij zullen partijgetrokken hebben
Conditionalis I
- ik zou partijtrekken
- jij zou partijtrekken
- hij/zij/het zou partijtrekken
- wij zouden partijtrekken
- jullie zouden partijtrekken
- zij zouden partijtrekken
Conditionalis II
- ik zou hebben partijgetrokken
- jij zou hebben partijgetrokken
- hij/zij/het zou hebben partijgetrokken
- wij zouden hebben partijgetrokken
- jullie zouden hebben partijgetrokken
- zij zouden hebben partijgetrokken
Imperatief
- jij trek partij
- jullie trekt partij