Vervoeging van percoleren
Onbepaalde wijs (infinitief): percoleren
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik percoleer
- jij percoleert
- hij/zij/het percoleert
- wij percoleren
- jullie percoleren
- zij percoleren
Onvoltooid verleden tijd
- ik percoleerde
- jij percoleerde
- hij/zij/het percoleerde
- wij percoleerden
- jullie percoleerden
- zij percoleerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gepercoleerd
- jij hebt gepercoleerd
- hij/zij/het heeft gepercoleerd
- wij hebben gepercoleerd
- jullie hebben gepercoleerd
- zij hebben gepercoleerd
Voltooid verleden tijd
- ik had gepercoleerd
- jij had gepercoleerd
- hij/zij/het had gepercoleerd
- wij hadden gepercoleerd
- jullie hadden gepercoleerd
- zij hadden gepercoleerd
Toekomende tijd I
- ik zal percoleren
- jij zult percoleren
- hij/zij/het zal percoleren
- wij zullen percoleren
- jullie zullen percoleren
- zij zullen percoleren
Toekomende tijd II
- ik zal gepercoleerd hebben
- jij zult gepercoleerd hebben
- hij/zij/het zal gepercoleerd hebben
- wij zullen gepercoleerd hebben
- jullie zullen gepercoleerd hebben
- zij zullen gepercoleerd hebben
Conditionalis I
- ik zou percoleren
- jij zou percoleren
- hij/zij/het zou percoleren
- wij zouden percoleren
- jullie zouden percoleren
- zij zouden percoleren
Conditionalis II
- ik zou hebben gepercoleerd
- jij zou hebben gepercoleerd
- hij/zij/het zou hebben gepercoleerd
- wij zouden hebben gepercoleerd
- jullie zouden hebben gepercoleerd
- zij zouden hebben gepercoleerd
Imperatief
- jij percoleer
- jullie percoleert