Vervoeging van platliggen
Onbepaalde wijs (infinitief): platliggen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik lig plat
- jij ligt plat
- hij/zij/het ligt plat
- wij liggen plat
- jullie liggen plat
- zij liggen plat
Onvoltooid verleden tijd
- ik lag plat
- jij lag plat
- hij/zij/het lag plat
- wij lagen plat
- jullie lagen plat
- zij lagen plat
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb platgelegen
- jij hebt platgelegen
- hij/zij/het heeft platgelegen
- wij hebben platgelegen
- jullie hebben platgelegen
- zij hebben platgelegen
Voltooid verleden tijd
- ik had platgelegen
- jij had platgelegen
- hij/zij/het had platgelegen
- wij hadden platgelegen
- jullie hadden platgelegen
- zij hadden platgelegen
Toekomende tijd I
- ik zal platliggen
- jij zult platliggen
- hij/zij/het zal platliggen
- wij zullen platliggen
- jullie zullen platliggen
- zij zullen platliggen
Toekomende tijd II
- ik zal platgelegen hebben
- jij zult platgelegen hebben
- hij/zij/het zal platgelegen hebben
- wij zullen platgelegen hebben
- jullie zullen platgelegen hebben
- zij zullen platgelegen hebben
Conditionalis I
- ik zou platliggen
- jij zou platliggen
- hij/zij/het zou platliggen
- wij zouden platliggen
- jullie zouden platliggen
- zij zouden platliggen
Conditionalis II
- ik zou hebben platgelegen
- jij zou hebben platgelegen
- hij/zij/het zou hebben platgelegen
- wij zouden hebben platgelegen
- jullie zouden hebben platgelegen
- zij zouden hebben platgelegen
Imperatief
- jij lig plat
- jullie ligt plat