Vervoeging van roeien

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik roei
  • jij roeit
  • hij/zij/het roeit
  • wij roeien
  • jullie roeien
  • zij roeien

Indicativo presente

  • yo mido
  • mides
  • él/ella mide
  • nosotros medimos
  • vosotros medís
  • ellos/ellas miden

Onvoltooid verleden tijd

  • ik roeide
  • jij roeide
  • hij/zij/het roeide
  • wij roeiden
  • jullie roeiden
  • zij roeiden

Indefinido

  • yo medí
  • mediste
  • él/ella midió
  • nosotros medimos
  • vosotros medisteis
  • ellos/ellas midieron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geroeid
  • jij hebt geroeid
  • hij/zij/het heeft geroeid
  • wij hebben geroeid
  • jullie hebben geroeid
  • zij hebben geroeid

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he medido
  • has medido
  • él/ella ha medido
  • nosotros hemos medido
  • vosotros habéis medido
  • ellos/ellas han medido

Voltooid verleden tijd

  • ik had geroeid
  • jij had geroeid
  • hij/zij/het had geroeid
  • wij hadden geroeid
  • jullie hadden geroeid
  • zij hadden geroeid

Pluscuamperfecto

  • yo había medido
  • habías medido
  • él/ella había medido
  • nosotros habíamos medido
  • vosotros habíais medido
  • ellos/ellas habían medido

Toekomende tijd I

  • ik zal roeien
  • jij zult roeien
  • hij/zij/het zal roeien
  • wij zullen roeien
  • jullie zullen roeien
  • zij zullen roeien

Futuro I

  • yo mediré
  • medirás
  • él/ella medirá
  • nosotros mediremos
  • vosotros mediréis
  • ellos/ellas medirán

Toekomende tijd II

  • ik zal geroeid hebben
  • jij zult geroeid hebben
  • hij/zij/het zal geroeid hebben
  • wij zullen geroeid hebben
  • jullie zullen geroeid hebben
  • zij zullen geroeid hebben

Futuro perfecto

  • yo habré medido
  • habrás medido
  • él/ella habrá medido
  • nosotros habremos medido
  • vosotros habréis medido
  • ellos/ellas habrán medido

Conditionalis I

  • ik zou roeien
  • jij zou roeien
  • hij/zij/het zou roeien
  • wij zouden roeien
  • jullie zouden roeien
  • zij zouden roeien

Condicional

  • yo mediría
  • medirías
  • él/ella mediría
  • nosotros mediríamos
  • vosotros mediríais
  • ellos/ellas medirían

Conditionalis II

  • ik zou hebben geroeid
  • jij zou hebben geroeid
  • hij/zij/het zou hebben geroeid
  • wij zouden hebben geroeid
  • jullie zouden hebben geroeid
  • zij zouden hebben geroeid

Condicional perfecto

  • yo habría medido
  • habrías medido
  • él/ella habría medido
  • nosotros habríamos medido
  • vosotros habríais medido
  • ellos/ellas habrían medido

Imperatief

  • jij roei
  • jullie roeit

Imperativo presente

  • mide
  • vosotros medid

Verwijzingen

Bekijk 4 definitie(s) van roeien