Vervoeging van samenrotten
Onbepaalde wijs (infinitief): samenrotten
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het rot samen
- zij rotten samen
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het rotte samen
- zij rotten samen
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft samengerot
- zij hebben samengerot
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had samengerot
- zij hadden samengerot
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal samenrotten
- zij zult samenrotten
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal samengerot hebben
- zij zult samengerot hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal samenrotten
- zij zullen samenrotten
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben samengerot
- zij zullen hebben samengerot