Vervoeging van sanctioneren
Onbepaalde wijs (infinitief): sanctioneren
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik sanctioneer
- jij sanctioneert
- hij/zij/het sanctioneert
- wij sanctioneren
- jullie sanctioneren
- zij sanctioneren
Onvoltooid verleden tijd
- ik sanctioneerde
- jij sanctioneerde
- hij/zij/het sanctioneerde
- wij sanctioneerden
- jullie sanctioneerden
- zij sanctioneerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gesanctioneerd
- jij hebt gesanctioneerd
- hij/zij/het heeft gesanctioneerd
- wij hebben gesanctioneerd
- jullie hebben gesanctioneerd
- zij hebben gesanctioneerd
Voltooid verleden tijd
- ik had gesanctioneerd
- jij had gesanctioneerd
- hij/zij/het had gesanctioneerd
- wij hadden gesanctioneerd
- jullie hadden gesanctioneerd
- zij hadden gesanctioneerd
Toekomende tijd I
- ik zal sanctioneren
- jij zult sanctioneren
- hij/zij/het zal sanctioneren
- wij zullen sanctioneren
- jullie zullen sanctioneren
- zij zullen sanctioneren
Toekomende tijd II
- ik zal gesanctioneerd hebben
- jij zult gesanctioneerd hebben
- hij/zij/het zal gesanctioneerd hebben
- wij zullen gesanctioneerd hebben
- jullie zullen gesanctioneerd hebben
- zij zullen gesanctioneerd hebben
Conditionalis I
- ik zou sanctioneren
- jij zou sanctioneren
- hij/zij/het zou sanctioneren
- wij zouden sanctioneren
- jullie zouden sanctioneren
- zij zouden sanctioneren
Conditionalis II
- ik zou hebben gesanctioneerd
- jij zou hebben gesanctioneerd
- hij/zij/het zou hebben gesanctioneerd
- wij zouden hebben gesanctioneerd
- jullie zouden hebben gesanctioneerd
- zij zouden hebben gesanctioneerd
Imperatief
- jij sanctioneer
- jullie sanctioneert