Vervoeging van schroeien

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik schroei
    • jij schroeit
    • hij/zij/het schroeit
    • wij schroeien
    • jullie schroeien
    • zij schroeien
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik schroeide
    • jij schroeide
    • hij/zij/het schroeide
    • wij schroeiden
    • jullie schroeiden
    • zij schroeiden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geschroeid
    • jij hebt geschroeid
    • hij/zij/het heeft geschroeid
    • wij hebben geschroeid
    • jullie hebben geschroeid
    • zij hebben geschroeid
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geschroeid
    • jij had geschroeid
    • hij/zij/het had geschroeid
    • wij hadden geschroeid
    • jullie hadden geschroeid
    • zij hadden geschroeid
  • Toekomende tijd I

    • ik zal schroeien
    • jij zult schroeien
    • hij/zij/het zal schroeien
    • wij zullen schroeien
    • jullie zullen schroeien
    • zij zullen schroeien
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geschroeid hebben
    • jij zult geschroeid hebben
    • hij/zij/het zal geschroeid hebben
    • wij zullen geschroeid hebben
    • jullie zullen geschroeid hebben
    • zij zullen geschroeid hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou schroeien
    • jij zou schroeien
    • hij/zij/het zou schroeien
    • wij zouden schroeien
    • jullie zouden schroeien
    • zij zouden schroeien
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geschroeid
    • jij zou hebben geschroeid
    • hij/zij/het zou hebben geschroeid
    • wij zouden hebben geschroeid
    • jullie zouden hebben geschroeid
    • zij zouden hebben geschroeid
  • Imperatief

    • jij schroei
    • jullie schroeit

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van schroeien