Vervoeging van toegrendelen
Onbepaalde wijs (infinitief): toegrendelen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik grendel toe
- jij grendelt toe
- hij/zij/het grendelt toe
- wij grendelen toe
- jullie grendelen toe
- zij grendelen toe
Onvoltooid verleden tijd
- ik grendelde toe
- jij grendelde toe
- hij/zij/het grendelde toe
- wij grendelden toe
- jullie grendelden toe
- zij grendelden toe
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb toegegrendeld
- jij hebt toegegrendeld
- hij/zij/het heeft toegegrendeld
- wij hebben toegegrendeld
- jullie hebben toegegrendeld
- zij hebben toegegrendeld
Voltooid verleden tijd
- ik had toegegrendeld
- jij had toegegrendeld
- hij/zij/het had toegegrendeld
- wij hadden toegegrendeld
- jullie hadden toegegrendeld
- zij hadden toegegrendeld
Toekomende tijd I
- ik zal toegrendelen
- jij zult toegrendelen
- hij/zij/het zal toegrendelen
- wij zullen toegrendelen
- jullie zullen toegrendelen
- zij zullen toegrendelen
Toekomende tijd II
- ik zal toegegrendeld hebben
- jij zult toegegrendeld hebben
- hij/zij/het zal toegegrendeld hebben
- wij zullen toegegrendeld hebben
- jullie zullen toegegrendeld hebben
- zij zullen toegegrendeld hebben
Conditionalis I
- ik zou toegrendelen
- jij zou toegrendelen
- hij/zij/het zou toegrendelen
- wij zouden toegrendelen
- jullie zouden toegrendelen
- zij zouden toegrendelen
Conditionalis II
- ik zou hebben toegegrendeld
- jij zou hebben toegegrendeld
- hij/zij/het zou hebben toegegrendeld
- wij zouden hebben toegegrendeld
- jullie zouden hebben toegegrendeld
- zij zouden hebben toegegrendeld
Imperatief
- jij grendel toe
- jullie grendelt toe