Vervoeging van transfigureren
Onbepaalde wijs (infinitief): transfigureren
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik transfigureer
- jij transfigureert
- hij/zij/het transfigureert
- wij transfigureren
- jullie transfigureren
- zij transfigureren
Onvoltooid verleden tijd
- ik transfigureerde
- jij transfigureerde
- hij/zij/het transfigureerde
- wij transfigureerden
- jullie transfigureerden
- zij transfigureerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb getransfigureerd
- jij hebt getransfigureerd
- hij/zij/het heeft getransfigureerd
- wij hebben getransfigureerd
- jullie hebben getransfigureerd
- zij hebben getransfigureerd
Voltooid verleden tijd
- ik had getransfigureerd
- jij had getransfigureerd
- hij/zij/het had getransfigureerd
- wij hadden getransfigureerd
- jullie hadden getransfigureerd
- zij hadden getransfigureerd
Toekomende tijd I
- ik zal transfigureren
- jij zult transfigureren
- hij/zij/het zal transfigureren
- wij zullen transfigureren
- jullie zullen transfigureren
- zij zullen transfigureren
Toekomende tijd II
- ik zal getransfigureerd hebben
- jij zult getransfigureerd hebben
- hij/zij/het zal getransfigureerd hebben
- wij zullen getransfigureerd hebben
- jullie zullen getransfigureerd hebben
- zij zullen getransfigureerd hebben
Conditionalis I
- ik zou transfigureren
- jij zou transfigureren
- hij/zij/het zou transfigureren
- wij zouden transfigureren
- jullie zouden transfigureren
- zij zouden transfigureren
Conditionalis II
- ik zou hebben getransfigureerd
- jij zou hebben getransfigureerd
- hij/zij/het zou hebben getransfigureerd
- wij zouden hebben getransfigureerd
- jullie zouden hebben getransfigureerd
- zij zouden hebben getransfigureerd
Imperatief
- jij transfigureer
- jullie transfigureert