Vervoeging van uitbaten

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik baat uit
    • jij baat uit
    • hij/zij/het baat uit
    • wij baten uit
    • jullie baten uit
    • zij baten uit
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik baatte uit
    • jij baatte uit
    • hij/zij/het baatte uit
    • wij baatten uit
    • jullie baatten uit
    • zij baatten uit
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb uitgebaat
    • jij hebt uitgebaat
    • hij/zij/het heeft uitgebaat
    • wij hebben uitgebaat
    • jullie hebben uitgebaat
    • zij hebben uitgebaat
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had uitgebaat
    • jij had uitgebaat
    • hij/zij/het had uitgebaat
    • wij hadden uitgebaat
    • jullie hadden uitgebaat
    • zij hadden uitgebaat
  • Toekomende tijd I

    • ik zal uitbaten
    • jij zult uitbaten
    • hij/zij/het zal uitbaten
    • wij zullen uitbaten
    • jullie zullen uitbaten
    • zij zullen uitbaten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal uitgebaat hebben
    • jij zult uitgebaat hebben
    • hij/zij/het zal uitgebaat hebben
    • wij zullen uitgebaat hebben
    • jullie zullen uitgebaat hebben
    • zij zullen uitgebaat hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou uitbaten
    • jij zou uitbaten
    • hij/zij/het zou uitbaten
    • wij zouden uitbaten
    • jullie zouden uitbaten
    • zij zouden uitbaten
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben uitgebaat
    • jij zou hebben uitgebaat
    • hij/zij/het zou hebben uitgebaat
    • wij zouden hebben uitgebaat
    • jullie zouden hebben uitgebaat
    • zij zouden hebben uitgebaat
  • Imperatief

    • jij baat uit
    • jullie baat uit

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van uitbaten