Vervoeging van verdoven
Onbepaalde wijs (infinitief): verdoven
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verdoof
- jij verdooft
- hij/zij/het verdooft
- wij verdoven
- jullie verdoven
- zij verdoven
Indicativo presente
- yo anestesio
- tú anestesias
- él/ella anestesia
- nosotros anestesiamos
- vosotros anestesiáis
- ellos/ellas anestesian
Onvoltooid verleden tijd
- ik verdoofde
- jij verdoofde
- hij/zij/het verdoofde
- wij verdoofden
- jullie verdoofden
- zij verdoofden
Indefinido
- yo anestesié
- tú anestesiaste
- él/ella anestesió
- nosotros anestesiamos
- vosotros anestesiasteis
- ellos/ellas anestesiaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verdoofd
- jij hebt verdoofd
- hij/zij/het heeft verdoofd
- wij hebben verdoofd
- jullie hebben verdoofd
- zij hebben verdoofd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he anestesiado
- tú has anestesiado
- él/ella ha anestesiado
- nosotros hemos anestesiado
- vosotros habéis anestesiado
- ellos/ellas han anestesiado
Voltooid verleden tijd
- ik had verdoofd
- jij had verdoofd
- hij/zij/het had verdoofd
- wij hadden verdoofd
- jullie hadden verdoofd
- zij hadden verdoofd
Pluscuamperfecto
- yo había anestesiado
- tú habías anestesiado
- él/ella había anestesiado
- nosotros habíamos anestesiado
- vosotros habíais anestesiado
- ellos/ellas habían anestesiado
Toekomende tijd I
- ik zal verdoven
- jij zult verdoven
- hij/zij/het zal verdoven
- wij zullen verdoven
- jullie zullen verdoven
- zij zullen verdoven
Futuro I
- yo anestesiaré
- tú anestesiarás
- él/ella anestesiará
- nosotros anestesiaremos
- vosotros anestesiaréis
- ellos/ellas anestesiarán
Toekomende tijd II
- ik zal verdoofd hebben
- jij zult verdoofd hebben
- hij/zij/het zal verdoofd hebben
- wij zullen verdoofd hebben
- jullie zullen verdoofd hebben
- zij zullen verdoofd hebben
Futuro perfecto
- yo habré anestesiado
- tú habrás anestesiado
- él/ella habrá anestesiado
- nosotros habremos anestesiado
- vosotros habréis anestesiado
- ellos/ellas habrán anestesiado
Conditionalis I
- ik zou verdoven
- jij zou verdoven
- hij/zij/het zou verdoven
- wij zouden verdoven
- jullie zouden verdoven
- zij zouden verdoven
Condicional
- yo anestesiaría
- tú anestesiarías
- él/ella anestesiaría
- nosotros anestesiaríamos
- vosotros anestesiaríais
- ellos/ellas anestesiarían
Conditionalis II
- ik zou hebben verdoofd
- jij zou hebben verdoofd
- hij/zij/het zou hebben verdoofd
- wij zouden hebben verdoofd
- jullie zouden hebben verdoofd
- zij zouden hebben verdoofd
Condicional perfecto
- yo habría anestesiado
- tú habrías anestesiado
- él/ella habría anestesiado
- nosotros habríamos anestesiado
- vosotros habríais anestesiado
- ellos/ellas habrían anestesiado
Imperatief
- jij verdoof
- jullie verdooft
Imperativo presente
- tú anestesia
- vosotros anestesiad