Vervoeging van vereenzelvigen

Onbepaalde wijs (infinitief): vereenzelvigen

Vertaling: identificar

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik vereenzelvig
  • jij vereenzelvigt
  • hij/zij/het vereenzelvigt
  • wij vereenzelvigen
  • jullie vereenzelvigen
  • zij vereenzelvigen

Indicativo presente

  • yo identifico
  • identificas
  • él/ella identifica
  • nosotros identificamos
  • vosotros identificáis
  • ellos/ellas identifican

Onvoltooid verleden tijd

  • ik vereenzelvigde
  • jij vereenzelvigde
  • hij/zij/het vereenzelvigde
  • wij vereenzelvigden
  • jullie vereenzelvigden
  • zij vereenzelvigden

Indefinido

  • yo identifiqué
  • identificaste
  • él/ella identificó
  • nosotros identificamos
  • vosotros identificasteis
  • ellos/ellas identificaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb vereenzelvigd
  • jij hebt vereenzelvigd
  • hij/zij/het heeft vereenzelvigd
  • wij hebben vereenzelvigd
  • jullie hebben vereenzelvigd
  • zij hebben vereenzelvigd

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he identificado
  • has identificado
  • él/ella ha identificado
  • nosotros hemos identificado
  • vosotros habéis identificado
  • ellos/ellas han identificado

Voltooid verleden tijd

  • ik had vereenzelvigd
  • jij had vereenzelvigd
  • hij/zij/het had vereenzelvigd
  • wij hadden vereenzelvigd
  • jullie hadden vereenzelvigd
  • zij hadden vereenzelvigd

Pluscuamperfecto

  • yo había identificado
  • habías identificado
  • él/ella había identificado
  • nosotros habíamos identificado
  • vosotros habíais identificado
  • ellos/ellas habían identificado

Toekomende tijd I

  • ik zal vereenzelvigen
  • jij zult vereenzelvigen
  • hij/zij/het zal vereenzelvigen
  • wij zullen vereenzelvigen
  • jullie zullen vereenzelvigen
  • zij zullen vereenzelvigen

Futuro I

  • yo identificaré
  • identificarás
  • él/ella identificará
  • nosotros identificaremos
  • vosotros identificaréis
  • ellos/ellas identificarán

Toekomende tijd II

  • ik zal vereenzelvigd hebben
  • jij zult vereenzelvigd hebben
  • hij/zij/het zal vereenzelvigd hebben
  • wij zullen vereenzelvigd hebben
  • jullie zullen vereenzelvigd hebben
  • zij zullen vereenzelvigd hebben

Futuro perfecto

  • yo habré identificado
  • habrás identificado
  • él/ella habrá identificado
  • nosotros habremos identificado
  • vosotros habréis identificado
  • ellos/ellas habrán identificado

Conditionalis I

  • ik zou vereenzelvigen
  • jij zou vereenzelvigen
  • hij/zij/het zou vereenzelvigen
  • wij zouden vereenzelvigen
  • jullie zouden vereenzelvigen
  • zij zouden vereenzelvigen

Condicional

  • yo identificaría
  • identificarías
  • él/ella identificaría
  • nosotros identificaríamos
  • vosotros identificaríais
  • ellos/ellas identificarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben vereenzelvigd
  • jij zou hebben vereenzelvigd
  • hij/zij/het zou hebben vereenzelvigd
  • wij zouden hebben vereenzelvigd
  • jullie zouden hebben vereenzelvigd
  • zij zouden hebben vereenzelvigd

Condicional perfecto

  • yo habría identificado
  • habrías identificado
  • él/ella habría identificado
  • nosotros habríamos identificado
  • vosotros habríais identificado
  • ellos/ellas habrían identificado

Imperatief

  • jij vereenzelvig
  • jullie vereenzelvigt

Imperativo presente

  • identifica
  • vosotros identificad

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van vereenzelvigen