Vervoeging van verstommen
Onbepaalde wijs (infinitief): verstommen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verstom
- jij verstomt
- hij/zij/het verstomt
- wij verstommen
- jullie verstommen
- zij verstommen
Onvoltooid verleden tijd
- ik verstomde
- jij verstomde
- hij/zij/het verstomde
- wij verstomden
- jullie verstomden
- zij verstomden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben verstomd
- jij bent verstomd
- hij/zij/het is verstomd
- wij zijn verstomd
- jullie zijn verstomd
- zij zijn verstomd
Voltooid verleden tijd
- ik was verstomd
- jij was verstomd
- hij/zij/het was verstomd
- wij waren verstomd
- jullie waren verstomd
- zij waren verstomd
Toekomende tijd I
- ik zal verstommen
- jij zult verstommen
- hij/zij/het zal verstommen
- wij zullen verstommen
- jullie zullen verstommen
- zij zullen verstommen
Toekomende tijd II
- ik zal verstomd zijn
- jij zult verstomd zijn
- hij/zij/het zal verstomd zijn
- wij zullen verstomd zijn
- jullie zullen verstomd zijn
- zij zullen verstomd zijn
Conditionalis I
- ik zou verstommen
- jij zou verstommen
- hij/zij/het zou verstommen
- wij zouden verstommen
- jullie zouden verstommen
- zij zouden verstommen
Conditionalis II
- ik zou zijn verstomd
- jij zou zijn verstomd
- hij/zij/het zou zijn verstomd
- wij zouden zijn verstomd
- jullie zouden zijn verstomd
- zij zouden zijn verstomd
Imperatief
- jij verstom
- jullie verstomt