Vervoeging van verwelkomen
Onbepaalde wijs (infinitief): verwelkomen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verwelkom
- jij verwelkomt
- hij/zij/het verwelkomt
- wij verwelkomen
- jullie verwelkomen
- zij verwelkomen
Onvoltooid verleden tijd
- ik verwelkomde
- jij verwelkomde
- hij/zij/het verwelkomde
- wij verwelkomden
- jullie verwelkomden
- zij verwelkomden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verwelkomd
- jij hebt verwelkomd
- hij/zij/het heeft verwelkomd
- wij hebben verwelkomd
- jullie hebben verwelkomd
- zij hebben verwelkomd
Voltooid verleden tijd
- ik had verwelkomd
- jij had verwelkomd
- hij/zij/het had verwelkomd
- wij hadden verwelkomd
- jullie hadden verwelkomd
- zij hadden verwelkomd
Toekomende tijd I
- ik zal verwelkomen
- jij zult verwelkomen
- hij/zij/het zal verwelkomen
- wij zullen verwelkomen
- jullie zullen verwelkomen
- zij zullen verwelkomen
Toekomende tijd II
- ik zal verwelkomd hebben
- jij zult verwelkomd hebben
- hij/zij/het zal verwelkomd hebben
- wij zullen verwelkomd hebben
- jullie zullen verwelkomd hebben
- zij zullen verwelkomd hebben
Conditionalis I
- ik zou verwelkomen
- jij zou verwelkomen
- hij/zij/het zou verwelkomen
- wij zouden verwelkomen
- jullie zouden verwelkomen
- zij zouden verwelkomen
Conditionalis II
- ik zou hebben verwelkomd
- jij zou hebben verwelkomd
- hij/zij/het zou hebben verwelkomd
- wij zouden hebben verwelkomd
- jullie zouden hebben verwelkomd
- zij zouden hebben verwelkomd
Imperatief
- jij verwelkom
- jullie verwelkomt