Vervoeging van voorbestemmen
Onbepaalde wijs (infinitief): voorbestemmen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bestem voor
- jij bestemt voor
- hij/zij/het bestemt voor
- wij bestemmen voor
- jullie bestemmen voor
- zij bestemmen voor
Onvoltooid verleden tijd
- ik bestemde voor
- jij bestemde voor
- hij/zij/het bestemde voor
- wij bestemden voor
- jullie bestemden voor
- zij bestemden voor
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb voorbestemd
- jij hebt voorbestemd
- hij/zij/het heeft voorbestemd
- wij hebben voorbestemd
- jullie hebben voorbestemd
- zij hebben voorbestemd
Voltooid verleden tijd
- ik had voorbestemd
- jij had voorbestemd
- hij/zij/het had voorbestemd
- wij hadden voorbestemd
- jullie hadden voorbestemd
- zij hadden voorbestemd
Toekomende tijd I
- ik zal voorbestemmen
- jij zult voorbestemmen
- hij/zij/het zal voorbestemmen
- wij zullen voorbestemmen
- jullie zullen voorbestemmen
- zij zullen voorbestemmen
Toekomende tijd II
- ik zal voorbestemd hebben
- jij zult voorbestemd hebben
- hij/zij/het zal voorbestemd hebben
- wij zullen voorbestemd hebben
- jullie zullen voorbestemd hebben
- zij zullen voorbestemd hebben
Conditionalis I
- ik zou voorbestemmen
- jij zou voorbestemmen
- hij/zij/het zou voorbestemmen
- wij zouden voorbestemmen
- jullie zouden voorbestemmen
- zij zouden voorbestemmen
Conditionalis II
- ik zou hebben voorbestemd
- jij zou hebben voorbestemd
- hij/zij/het zou hebben voorbestemd
- wij zouden hebben voorbestemd
- jullie zouden hebben voorbestemd
- zij zouden hebben voorbestemd
Imperatief
- jij bestem voor
- jullie bestemt voor