Vervoeging van voortredeneren
Onbepaalde wijs (infinitief): voortredeneren
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik redeneer voort
- jij redeneert voort
- hij/zij/het redeneert voort
- wij redeneren voort
- jullie redeneren voort
- zij redeneren voort
Onvoltooid verleden tijd
- ik redeneerde voort
- jij redeneerde voort
- hij/zij/het redeneerde voort
- wij redeneerden voort
- jullie redeneerden voort
- zij redeneerden voort
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb voortgeredeneerd
- jij hebt voortgeredeneerd
- hij/zij/het heeft voortgeredeneerd
- wij hebben voortgeredeneerd
- jullie hebben voortgeredeneerd
- zij hebben voortgeredeneerd
Voltooid verleden tijd
- ik had voortgeredeneerd
- jij had voortgeredeneerd
- hij/zij/het had voortgeredeneerd
- wij hadden voortgeredeneerd
- jullie hadden voortgeredeneerd
- zij hadden voortgeredeneerd
Toekomende tijd I
- ik zal voortredeneren
- jij zult voortredeneren
- hij/zij/het zal voortredeneren
- wij zullen voortredeneren
- jullie zullen voortredeneren
- zij zullen voortredeneren
Toekomende tijd II
- ik zal voortgeredeneerd hebben
- jij zult voortgeredeneerd hebben
- hij/zij/het zal voortgeredeneerd hebben
- wij zullen voortgeredeneerd hebben
- jullie zullen voortgeredeneerd hebben
- zij zullen voortgeredeneerd hebben
Conditionalis I
- ik zou voortredeneren
- jij zou voortredeneren
- hij/zij/het zou voortredeneren
- wij zouden voortredeneren
- jullie zouden voortredeneren
- zij zouden voortredeneren
Conditionalis II
- ik zou hebben voortgeredeneerd
- jij zou hebben voortgeredeneerd
- hij/zij/het zou hebben voortgeredeneerd
- wij zouden hebben voortgeredeneerd
- jullie zouden hebben voortgeredeneerd
- zij zouden hebben voortgeredeneerd
Imperatief
- jij redeneer voort
- jullie redeneert voort