Vervoeging van wenken
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik wenk
- jij wenkt
- hij/zij/het wenkt
- wij wenken
- jullie wenken
- zij wenken
Onvoltooid verleden tijd
- ik wenkte
- jij wenkte
- hij/zij/het wenkte
- wij wenkten
- jullie wenkten
- zij wenkten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gewenkt
- jij hebt gewenkt
- hij/zij/het heeft gewenkt
- wij hebben gewenkt
- jullie hebben gewenkt
- zij hebben gewenkt
Voltooid verleden tijd
- ik had gewenkt
- jij had gewenkt
- hij/zij/het had gewenkt
- wij hadden gewenkt
- jullie hadden gewenkt
- zij hadden gewenkt
Toekomende tijd I
- ik zal wenken
- jij zult wenken
- hij/zij/het zal wenken
- wij zullen wenken
- jullie zullen wenken
- zij zullen wenken
Toekomende tijd II
- ik zal gewenkt hebben
- jij zult gewenkt hebben
- hij/zij/het zal gewenkt hebben
- wij zullen gewenkt hebben
- jullie zullen gewenkt hebben
- zij zullen gewenkt hebben
Conditionalis I
- ik zou wenken
- jij zou wenken
- hij/zij/het zou wenken
- wij zouden wenken
- jullie zouden wenken
- zij zouden wenken
Conditionalis II
- ik zou hebben gewenkt
- jij zou hebben gewenkt
- hij/zij/het zou hebben gewenkt
- wij zouden hebben gewenkt
- jullie zouden hebben gewenkt
- zij zouden hebben gewenkt
Imperatief
- jij wenk
- jullie wenkt