Vervoeging van werven
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik werf
- jij werft
- hij/zij/het werft
- wij werven
- jullie werven
- zij werven
Indicativo presente
- yo alisto
- tú alistas
- él/ella alista
- nosotros alistamos
- vosotros alistáis
- ellos/ellas alistan
Onvoltooid verleden tijd
- ik wierf
- jij wierf
- hij/zij/het wierf
- wij wierven
- jullie wierven
- zij wierven
Indefinido
- yo alisté
- tú alistaste
- él/ella alistó
- nosotros alistamos
- vosotros alistasteis
- ellos/ellas alistaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geworven
- jij hebt geworven
- hij/zij/het heeft geworven
- wij hebben geworven
- jullie hebben geworven
- zij hebben geworven
Pretérito perfecto compuesto
- yo he alistado
- tú has alistado
- él/ella ha alistado
- nosotros hemos alistado
- vosotros habéis alistado
- ellos/ellas han alistado
Voltooid verleden tijd
- ik had geworven
- jij had geworven
- hij/zij/het had geworven
- wij hadden geworven
- jullie hadden geworven
- zij hadden geworven
Pluscuamperfecto
- yo había alistado
- tú habías alistado
- él/ella había alistado
- nosotros habíamos alistado
- vosotros habíais alistado
- ellos/ellas habían alistado
Toekomende tijd I
- ik zal werven
- jij zult werven
- hij/zij/het zal werven
- wij zullen werven
- jullie zullen werven
- zij zullen werven
Futuro I
- yo alistaré
- tú alistarás
- él/ella alistará
- nosotros alistaremos
- vosotros alistaréis
- ellos/ellas alistarán
Toekomende tijd II
- ik zal geworven hebben
- jij zult geworven hebben
- hij/zij/het zal geworven hebben
- wij zullen geworven hebben
- jullie zullen geworven hebben
- zij zullen geworven hebben
Futuro perfecto
- yo habré alistado
- tú habrás alistado
- él/ella habrá alistado
- nosotros habremos alistado
- vosotros habréis alistado
- ellos/ellas habrán alistado
Conditionalis I
- ik zou werven
- jij zou werven
- hij/zij/het zou werven
- wij zouden werven
- jullie zouden werven
- zij zouden werven
Condicional
- yo alistaría
- tú alistarías
- él/ella alistaría
- nosotros alistaríamos
- vosotros alistaríais
- ellos/ellas alistarían
Conditionalis II
- ik zou hebben geworven
- jij zou hebben geworven
- hij/zij/het zou hebben geworven
- wij zouden hebben geworven
- jullie zouden hebben geworven
- zij zouden hebben geworven
Condicional perfecto
- yo habría alistado
- tú habrías alistado
- él/ella habría alistado
- nosotros habríamos alistado
- vosotros habríais alistado
- ellos/ellas habrían alistado
Imperatief
- jij werf
- jullie werft
Imperativo presente
- tú alista
- vosotros alistad