Vervoeging van wraken
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik wraak
- jij wraakt
- hij/zij/het wraakt
- wij wraken
- jullie wraken
- zij wraken
Indicativo presente
- yo desapruebo
- tú desapruebas
- él/ella desaprueba
- nosotros desaprobamos
- vosotros desaprobáis
- ellos/ellas desaprueban
Onvoltooid verleden tijd
- ik wraakte
- jij wraakte
- hij/zij/het wraakte
- wij wraakten
- jullie wraakten
- zij wraakten
Indefinido
- yo desaprobé
- tú desaprobaste
- él/ella desaprobó
- nosotros desaprobamos
- vosotros desaprobasteis
- ellos/ellas desaprobaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gewraakt
- jij hebt gewraakt
- hij/zij/het heeft gewraakt
- wij hebben gewraakt
- jullie hebben gewraakt
- zij hebben gewraakt
Pretérito perfecto compuesto
- yo he desaprobado
- tú has desaprobado
- él/ella ha desaprobado
- nosotros hemos desaprobado
- vosotros habéis desaprobado
- ellos/ellas han desaprobado
Voltooid verleden tijd
- ik had gewraakt
- jij had gewraakt
- hij/zij/het had gewraakt
- wij hadden gewraakt
- jullie hadden gewraakt
- zij hadden gewraakt
Pluscuamperfecto
- yo había desaprobado
- tú habías desaprobado
- él/ella había desaprobado
- nosotros habíamos desaprobado
- vosotros habíais desaprobado
- ellos/ellas habían desaprobado
Toekomende tijd I
- ik zal wraken
- jij zult wraken
- hij/zij/het zal wraken
- wij zullen wraken
- jullie zullen wraken
- zij zullen wraken
Futuro I
- yo desaprobaré
- tú desaprobarás
- él/ella desaprobará
- nosotros desaprobaremos
- vosotros desaprobaréis
- ellos/ellas desaprobarán
Toekomende tijd II
- ik zal gewraakt hebben
- jij zult gewraakt hebben
- hij/zij/het zal gewraakt hebben
- wij zullen gewraakt hebben
- jullie zullen gewraakt hebben
- zij zullen gewraakt hebben
Futuro perfecto
- yo habré desaprobado
- tú habrás desaprobado
- él/ella habrá desaprobado
- nosotros habremos desaprobado
- vosotros habréis desaprobado
- ellos/ellas habrán desaprobado
Conditionalis I
- ik zou wraken
- jij zou wraken
- hij/zij/het zou wraken
- wij zouden wraken
- jullie zouden wraken
- zij zouden wraken
Condicional
- yo desaprobaría
- tú desaprobarías
- él/ella desaprobaría
- nosotros desaprobaríamos
- vosotros desaprobaríais
- ellos/ellas desaprobarían
Conditionalis II
- ik zou hebben gewraakt
- jij zou hebben gewraakt
- hij/zij/het zou hebben gewraakt
- wij zouden hebben gewraakt
- jullie zouden hebben gewraakt
- zij zouden hebben gewraakt
Condicional perfecto
- yo habría desaprobado
- tú habrías desaprobado
- él/ella habría desaprobado
- nosotros habríamos desaprobado
- vosotros habríais desaprobado
- ellos/ellas habrían desaprobado
Imperatief
- jij wraak
- jullie wraakt
Imperativo presente
- tú desaprueba
- vosotros desaprobad