Vervoeging van aanmelden

Vertaling: inscrire

Nederlands

Frans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik meld aan
  • jij meldt aan
  • hij/zij/het meldt aan
  • wij melden aan
  • jullie melden aan
  • zij melden aan

Présent

  • j'inscris
  • tu inscris
  • il/elle inscrit
  • nous inscrivons
  • vous inscrivez
  • ils/elles inscrivent

Onvoltooid verleden tijd

  • ik meldde aan
  • jij meldde aan
  • hij/zij/het meldde aan
  • wij meldden aan
  • jullie meldden aan
  • zij meldden aan

Indicatif imparfait

  • j'inscrivais
  • tu inscrivais
  • il/elle inscrivait
  • nous inscrivions
  • vous inscriviez
  • ils/elles inscrivaient

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb aangemeld
  • jij hebt aangemeld
  • hij/zij/het heeft aangemeld
  • wij hebben aangemeld
  • jullie hebben aangemeld
  • zij hebben aangemeld

Indicatif passé composé

  • j'ai inscrit
  • tu as inscrit
  • il/elle a inscrit
  • nous avons inscrit
  • vous avez inscrit
  • ils/elles ont inscrit

Voltooid verleden tijd

  • ik had aangemeld
  • jij had aangemeld
  • hij/zij/het had aangemeld
  • wij hadden aangemeld
  • jullie hadden aangemeld
  • zij hadden aangemeld

Indicatif plus-que-parfait

  • j'avais inscrit
  • tu avais inscrit
  • il/elle avait inscrit
  • nous avions inscrit
  • vous aviez inscrit
  • ils/elles avaient inscrit

Toekomende tijd I

  • ik zal aanmelden
  • jij zult aanmelden
  • hij/zij/het zal aanmelden
  • wij zullen aanmelden
  • jullie zullen aanmelden
  • zij zullen aanmelden

Indicatif futur

  • j'inscrirai
  • tu inscriras
  • il/elle inscrira
  • nous inscrirons
  • vous inscrirez
  • ils/elles inscriront

Toekomende tijd II

  • ik zal aangemeld hebben
  • jij zult aangemeld hebben
  • hij/zij/het zal aangemeld hebben
  • wij zullen aangemeld hebben
  • jullie zullen aangemeld hebben
  • zij zullen aangemeld hebben

Indicatif futur antérieur

  • j'aurai inscrit
  • tu auras inscrit
  • il/elle aura inscrit
  • nous aurons inscrit
  • vous aurez inscrit
  • ils/elles auront inscrit

Conditionalis I

  • ik zou aanmelden
  • jij zou aanmelden
  • hij/zij/het zou aanmelden
  • wij zouden aanmelden
  • jullie zouden aanmelden
  • zij zouden aanmelden

Conditionnel présent

  • j'inscrirais
  • tu inscrirais
  • il/elle inscrirait
  • nous inscririons
  • vous inscririez
  • ils/elles inscriraient

Conditionalis II

  • ik zou hebben aangemeld
  • jij zou hebben aangemeld
  • hij/zij/het zou hebben aangemeld
  • wij zouden hebben aangemeld
  • jullie zouden hebben aangemeld
  • zij zouden hebben aangemeld

Conditionnel passé (1ère forme)

  • j'aurais inscrit
  • tu aurais inscrit
  • il/elle aurait inscrit
  • nous aurions inscrit
  • vous auriez inscrit
  • ils/elles auraient inscrit

Imperatief

  • jij meld aan
  • jullie meldt aan

Impératif

  • tu inscris
  • vous inscrivez

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van aanmelden