Vervoeging van afdrijven

Vertaling: dériver

Nederlands

Frans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik drijf af
  • jij drijft af
  • hij/zij/het drijft af
  • wij drijven af
  • jullie drijven af
  • zij drijven af

Présent

  • je dérive
  • tu dérives
  • il/elle dérive
  • nous dérivons
  • vous dérivez
  • ils/elles dérivent

Onvoltooid verleden tijd

  • ik dreef af
  • jij dreef af
  • hij/zij/het dreef af
  • wij dreven af
  • jullie dreven af
  • zij dreven af

Indicatif imparfait

  • je dérivais
  • tu dérivais
  • il/elle dérivait
  • nous dérivions
  • vous dériviez
  • ils/elles dérivaient

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb afgedreven
  • jij hebt afgedreven
  • hij/zij/het heeft afgedreven
  • wij hebben afgedreven
  • jullie hebben afgedreven
  • zij hebben afgedreven

Indicatif passé composé

  • j'ai dérivé
  • tu as dérivé
  • il/elle a dérivé
  • nous avons dérivé
  • vous avez dérivé
  • ils/elles ont dérivé

Voltooid verleden tijd

  • ik had afgedreven
  • jij had afgedreven
  • hij/zij/het had afgedreven
  • wij hadden afgedreven
  • jullie hadden afgedreven
  • zij hadden afgedreven

Indicatif plus-que-parfait

  • j'avais dérivé
  • tu avais dérivé
  • il/elle avait dérivé
  • nous avions dérivé
  • vous aviez dérivé
  • ils/elles avaient dérivé

Toekomende tijd I

  • ik zal afdrijven
  • jij zult afdrijven
  • hij/zij/het zal afdrijven
  • wij zullen afdrijven
  • jullie zullen afdrijven
  • zij zullen afdrijven

Indicatif futur

  • je dériverai
  • tu dériveras
  • il/elle dérivera
  • nous dériverons
  • vous dériverez
  • ils/elles dériveront

Toekomende tijd II

  • ik zal afgedreven hebben
  • jij zult afgedreven hebben
  • hij/zij/het zal afgedreven hebben
  • wij zullen afgedreven hebben
  • jullie zullen afgedreven hebben
  • zij zullen afgedreven hebben

Indicatif futur antérieur

  • j'aurai dérivé
  • tu auras dérivé
  • il/elle aura dérivé
  • nous aurons dérivé
  • vous aurez dérivé
  • ils/elles auront dérivé

Conditionalis I

  • ik zou afdrijven
  • jij zou afdrijven
  • hij/zij/het zou afdrijven
  • wij zouden afdrijven
  • jullie zouden afdrijven
  • zij zouden afdrijven

Conditionnel présent

  • je dériverais
  • tu dériverais
  • il/elle dériverait
  • nous dériverions
  • vous dériveriez
  • ils/elles dériveraient

Conditionalis II

  • ik zou hebben afgedreven
  • jij zou hebben afgedreven
  • hij/zij/het zou hebben afgedreven
  • wij zouden hebben afgedreven
  • jullie zouden hebben afgedreven
  • zij zouden hebben afgedreven

Conditionnel passé (1ère forme)

  • j'aurais dérivé
  • tu aurais dérivé
  • il/elle aurait dérivé
  • nous aurions dérivé
  • vous auriez dérivé
  • ils/elles auraient dérivé

Imperatief

  • jij drijf af
  • jullie drijft af

Impératif

  • tu dérive
  • vous dérivez

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van afdrijven