Vervoeging van afhellen
Onbepaalde wijs (infinitief): afhellen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het helt af
- zij hellen af
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het helde af
- zij helden af
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft afgeheld
- zij hebben afgeheld
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had afgeheld
- zij hadden afgeheld
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal afhellen
- zij zult afhellen
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal afgeheld hebben
- zij zult afgeheld hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal afhellen
- zij zullen afhellen
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben afgeheld
- zij zullen hebben afgeheld