Vervoeging van afwennen
Onbepaalde wijs (infinitief): afwennen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik wen af
- jij went af
- hij/zij/het went af
- wij wennen af
- jullie wennen af
- zij wennen af
Onvoltooid verleden tijd
- ik wende af
- jij wende af
- hij/zij/het wende af
- wij wenden af
- jullie wenden af
- zij wenden af
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb afgewend
- jij hebt afgewend
- hij/zij/het heeft afgewend
- wij hebben afgewend
- jullie hebben afgewend
- zij hebben afgewend
Voltooid verleden tijd
- ik had afgewend
- jij had afgewend
- hij/zij/het had afgewend
- wij hadden afgewend
- jullie hadden afgewend
- zij hadden afgewend
Toekomende tijd I
- ik zal afwennen
- jij zult afwennen
- hij/zij/het zal afwennen
- wij zullen afwennen
- jullie zullen afwennen
- zij zullen afwennen
Toekomende tijd II
- ik zal afgewend hebben
- jij zult afgewend hebben
- hij/zij/het zal afgewend hebben
- wij zullen afgewend hebben
- jullie zullen afgewend hebben
- zij zullen afgewend hebben
Conditionalis I
- ik zou afwennen
- jij zou afwennen
- hij/zij/het zou afwennen
- wij zouden afwennen
- jullie zouden afwennen
- zij zouden afwennen
Conditionalis II
- ik zou hebben afgewend
- jij zou hebben afgewend
- hij/zij/het zou hebben afgewend
- wij zouden hebben afgewend
- jullie zouden hebben afgewend
- zij zouden hebben afgewend
Imperatief
- jij wen af
- jullie went af