Vervoeging van asemen

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik asem
    • jij asemt
    • hij/zij/het asemt
    • wij asemen
    • jullie asemen
    • zij asemen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik asemde
    • jij asemde
    • hij/zij/het asemde
    • wij asemden
    • jullie asemden
    • zij asemden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geasemd
    • jij hebt geasemd
    • hij/zij/het heeft geasemd
    • wij hebben geasemd
    • jullie hebben geasemd
    • zij hebben geasemd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geasemd
    • jij had geasemd
    • hij/zij/het had geasemd
    • wij hadden geasemd
    • jullie hadden geasemd
    • zij hadden geasemd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal asemen
    • jij zult asemen
    • hij/zij/het zal asemen
    • wij zullen asemen
    • jullie zullen asemen
    • zij zullen asemen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geasemd hebben
    • jij zult geasemd hebben
    • hij/zij/het zal geasemd hebben
    • wij zullen geasemd hebben
    • jullie zullen geasemd hebben
    • zij zullen geasemd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou asemen
    • jij zou asemen
    • hij/zij/het zou asemen
    • wij zouden asemen
    • jullie zouden asemen
    • zij zouden asemen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geasemd
    • jij zou hebben geasemd
    • hij/zij/het zou hebben geasemd
    • wij zouden hebben geasemd
    • jullie zouden hebben geasemd
    • zij zouden hebben geasemd
  • Imperatief

    • jij asem
    • jullie asemt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van asemen