Vervoeging van beminnen
Onbepaalde wijs (infinitief): beminnen
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bemin
- jij bemint
- hij/zij/het bemint
- wij beminnen
- jullie beminnen
- zij beminnen
Présent
- j'aime
- tu aimes
- il/elle aime
- nous aimons
- vous aimez
- ils/elles aiment
Onvoltooid verleden tijd
- ik beminde
- jij beminde
- hij/zij/het beminde
- wij beminden
- jullie beminden
- zij beminden
Indicatif imparfait
- j'aimais
- tu aimais
- il/elle aimait
- nous aimions
- vous aimiez
- ils/elles aimaient
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bemind
- jij hebt bemind
- hij/zij/het heeft bemind
- wij hebben bemind
- jullie hebben bemind
- zij hebben bemind
Indicatif passé composé
- j'ai aimé
- tu as aimé
- il/elle a aimé
- nous avons aimé
- vous avez aimé
- ils/elles ont aimé
Voltooid verleden tijd
- ik had bemind
- jij had bemind
- hij/zij/het had bemind
- wij hadden bemind
- jullie hadden bemind
- zij hadden bemind
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais aimé
- tu avais aimé
- il/elle avait aimé
- nous avions aimé
- vous aviez aimé
- ils/elles avaient aimé
Toekomende tijd I
- ik zal beminnen
- jij zult beminnen
- hij/zij/het zal beminnen
- wij zullen beminnen
- jullie zullen beminnen
- zij zullen beminnen
Indicatif futur
- j'aimerai
- tu aimeras
- il/elle aimera
- nous aimerons
- vous aimerez
- ils/elles aimeront
Toekomende tijd II
- ik zal bemind hebben
- jij zult bemind hebben
- hij/zij/het zal bemind hebben
- wij zullen bemind hebben
- jullie zullen bemind hebben
- zij zullen bemind hebben
Indicatif futur antérieur
- j'aurai aimé
- tu auras aimé
- il/elle aura aimé
- nous aurons aimé
- vous aurez aimé
- ils/elles auront aimé
Conditionalis I
- ik zou beminnen
- jij zou beminnen
- hij/zij/het zou beminnen
- wij zouden beminnen
- jullie zouden beminnen
- zij zouden beminnen
Conditionnel présent
- j'aimerais
- tu aimerais
- il/elle aimerait
- nous aimerions
- vous aimeriez
- ils/elles aimeraient
Conditionalis II
- ik zou hebben bemind
- jij zou hebben bemind
- hij/zij/het zou hebben bemind
- wij zouden hebben bemind
- jullie zouden hebben bemind
- zij zouden hebben bemind
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais aimé
- tu aurais aimé
- il/elle aurait aimé
- nous aurions aimé
- vous auriez aimé
- ils/elles auraient aimé
Imperatief
- jij bemin
- jullie bemint
Impératif
- tu aime
- vous aimez