Vervoeging van bijeensteken

Onbepaalde wijs (infinitief): bijeensteken

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik steek bijeen
    • jij steekt bijeen
    • hij/zij/het steekt bijeen
    • wij steken bijeen
    • jullie steken bijeen
    • zij steken bijeen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik stak bijeen
    • jij stak bijeen
    • hij/zij/het stak bijeen
    • wij staken bijeen
    • jullie staken bijeen
    • zij staken bijeen
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb bijeengestoken
    • jij hebt bijeengestoken
    • hij/zij/het heeft bijeengestoken
    • wij hebben bijeengestoken
    • jullie hebben bijeengestoken
    • zij hebben bijeengestoken
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had bijeengestoken
    • jij had bijeengestoken
    • hij/zij/het had bijeengestoken
    • wij hadden bijeengestoken
    • jullie hadden bijeengestoken
    • zij hadden bijeengestoken
  • Toekomende tijd I

    • ik zal bijeensteken
    • jij zult bijeensteken
    • hij/zij/het zal bijeensteken
    • wij zullen bijeensteken
    • jullie zullen bijeensteken
    • zij zullen bijeensteken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal bijeengestoken hebben
    • jij zult bijeengestoken hebben
    • hij/zij/het zal bijeengestoken hebben
    • wij zullen bijeengestoken hebben
    • jullie zullen bijeengestoken hebben
    • zij zullen bijeengestoken hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou bijeensteken
    • jij zou bijeensteken
    • hij/zij/het zou bijeensteken
    • wij zouden bijeensteken
    • jullie zouden bijeensteken
    • zij zouden bijeensteken
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben bijeengestoken
    • jij zou hebben bijeengestoken
    • hij/zij/het zou hebben bijeengestoken
    • wij zouden hebben bijeengestoken
    • jullie zouden hebben bijeengestoken
    • zij zouden hebben bijeengestoken
  • Imperatief

    • jij steek bijeen
    • jullie steekt bijeen