Vervoeging van dagen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik daag
- jij daagt
- hij/zij/het daagt
- wij dagen
- jullie dagen
- zij dagen
Onvoltooid verleden tijd
- ik daagde
- jij daagde
- hij/zij/het daagde
- wij daagden
- jullie daagden
- zij daagden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gedaagd
- jij hebt gedaagd
- hij/zij/het heeft gedaagd
- wij hebben gedaagd
- jullie hebben gedaagd
- zij hebben gedaagd
Voltooid verleden tijd
- ik had gedaagd
- jij had gedaagd
- hij/zij/het had gedaagd
- wij hadden gedaagd
- jullie hadden gedaagd
- zij hadden gedaagd
Toekomende tijd I
- ik zal dagen
- jij zult dagen
- hij/zij/het zal dagen
- wij zullen dagen
- jullie zullen dagen
- zij zullen dagen
Toekomende tijd II
- ik zal gedaagd hebben
- jij zult gedaagd hebben
- hij/zij/het zal gedaagd hebben
- wij zullen gedaagd hebben
- jullie zullen gedaagd hebben
- zij zullen gedaagd hebben
Conditionalis I
- ik zou dagen
- jij zou dagen
- hij/zij/het zou dagen
- wij zouden dagen
- jullie zouden dagen
- zij zouden dagen
Conditionalis II
- ik zou hebben gedaagd
- jij zou hebben gedaagd
- hij/zij/het zou hebben gedaagd
- wij zouden hebben gedaagd
- jullie zouden hebben gedaagd
- zij zouden hebben gedaagd
Imperatief
- jij daag
- jullie daagt