Vervoeging van derailleren
Onbepaalde wijs (infinitief): derailleren
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik derailleer
- jij derailleert
- hij/zij/het derailleert
- wij derailleren
- jullie derailleren
- zij derailleren
Onvoltooid verleden tijd
- ik derailleerde
- jij derailleerde
- hij/zij/het derailleerde
- wij derailleerden
- jullie derailleerden
- zij derailleerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben gederailleerd
- jij bent gederailleerd
- hij/zij/het is gederailleerd
- wij zijn gederailleerd
- jullie zijn gederailleerd
- zij zijn gederailleerd
Voltooid verleden tijd
- ik was gederailleerd
- jij was gederailleerd
- hij/zij/het was gederailleerd
- wij waren gederailleerd
- jullie waren gederailleerd
- zij waren gederailleerd
Toekomende tijd I
- ik zal derailleren
- jij zult derailleren
- hij/zij/het zal derailleren
- wij zullen derailleren
- jullie zullen derailleren
- zij zullen derailleren
Toekomende tijd II
- ik zal gederailleerd zijn
- jij zult gederailleerd zijn
- hij/zij/het zal gederailleerd zijn
- wij zullen gederailleerd zijn
- jullie zullen gederailleerd zijn
- zij zullen gederailleerd zijn
Conditionalis I
- ik zou derailleren
- jij zou derailleren
- hij/zij/het zou derailleren
- wij zouden derailleren
- jullie zouden derailleren
- zij zouden derailleren
Conditionalis II
- ik zou zijn gederailleerd
- jij zou zijn gederailleerd
- hij/zij/het zou zijn gederailleerd
- wij zouden zijn gederailleerd
- jullie zouden zijn gederailleerd
- zij zouden zijn gederailleerd
Imperatief
- jij derailleer
- jullie derailleert