Vervoeging van duikelen

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik duikel
    • jij duikelt
    • hij/zij/het duikelt
    • wij duikelen
    • jullie duikelen
    • zij duikelen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik duikelde
    • jij duikelde
    • hij/zij/het duikelde
    • wij duikelden
    • jullie duikelden
    • zij duikelden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geduikeld
    • jij hebt geduikeld
    • hij/zij/het heeft geduikeld
    • wij hebben geduikeld
    • jullie hebben geduikeld
    • zij hebben geduikeld
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geduikeld
    • jij had geduikeld
    • hij/zij/het had geduikeld
    • wij hadden geduikeld
    • jullie hadden geduikeld
    • zij hadden geduikeld
  • Toekomende tijd I

    • ik zal duikelen
    • jij zult duikelen
    • hij/zij/het zal duikelen
    • wij zullen duikelen
    • jullie zullen duikelen
    • zij zullen duikelen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geduikeld hebben
    • jij zult geduikeld hebben
    • hij/zij/het zal geduikeld hebben
    • wij zullen geduikeld hebben
    • jullie zullen geduikeld hebben
    • zij zullen geduikeld hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou duikelen
    • jij zou duikelen
    • hij/zij/het zou duikelen
    • wij zouden duikelen
    • jullie zouden duikelen
    • zij zouden duikelen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geduikeld
    • jij zou hebben geduikeld
    • hij/zij/het zou hebben geduikeld
    • wij zouden hebben geduikeld
    • jullie zouden hebben geduikeld
    • zij zouden hebben geduikeld
  • Imperatief

    • jij duikel
    • jullie duikelt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van duikelen