Vervoeging van fijnstampen
Onbepaalde wijs (infinitief): fijnstampen
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stamp fijn
- jij stampt fijn
- hij/zij/het stampt fijn
- wij stampen fijn
- jullie stampen fijn
- zij stampen fijn
Présent
- je broye
- tu broyes
- il/elle broye
- nous broyons
- vous broyez
- ils/elles broyent
Onvoltooid verleden tijd
- ik stampte fijn
- jij stampte fijn
- hij/zij/het stampte fijn
- wij stampten fijn
- jullie stampten fijn
- zij stampten fijn
Indicatif imparfait
- je broyais
- tu broyais
- il/elle broyait
- nous broyions
- vous broyiez
- ils/elles broyaient
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb fijngestampt
- jij hebt fijngestampt
- hij/zij/het heeft fijngestampt
- wij hebben fijngestampt
- jullie hebben fijngestampt
- zij hebben fijngestampt
Indicatif passé composé
- j'ai broyé
- tu as broyé
- il/elle a broyé
- nous avons broyé
- vous avez broyé
- ils/elles ont broyé
Voltooid verleden tijd
- ik had fijngestampt
- jij had fijngestampt
- hij/zij/het had fijngestampt
- wij hadden fijngestampt
- jullie hadden fijngestampt
- zij hadden fijngestampt
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais broyé
- tu avais broyé
- il/elle avait broyé
- nous avions broyé
- vous aviez broyé
- ils/elles avaient broyé
Toekomende tijd I
- ik zal fijnstampen
- jij zult fijnstampen
- hij/zij/het zal fijnstampen
- wij zullen fijnstampen
- jullie zullen fijnstampen
- zij zullen fijnstampen
Indicatif futur
- je broyerai
- tu broyeras
- il/elle broyera
- nous broyerons
- vous broyerez
- ils/elles broyeront
Toekomende tijd II
- ik zal fijngestampt hebben
- jij zult fijngestampt hebben
- hij/zij/het zal fijngestampt hebben
- wij zullen fijngestampt hebben
- jullie zullen fijngestampt hebben
- zij zullen fijngestampt hebben
Indicatif futur antérieur
- j'aurai broyé
- tu auras broyé
- il/elle aura broyé
- nous aurons broyé
- vous aurez broyé
- ils/elles auront broyé
Conditionalis I
- ik zou fijnstampen
- jij zou fijnstampen
- hij/zij/het zou fijnstampen
- wij zouden fijnstampen
- jullie zouden fijnstampen
- zij zouden fijnstampen
Conditionnel présent
- je broyerais
- tu broyerais
- il/elle broyerait
- nous broyerions
- vous broyeriez
- ils/elles broyeraient
Conditionalis II
- ik zou hebben fijngestampt
- jij zou hebben fijngestampt
- hij/zij/het zou hebben fijngestampt
- wij zouden hebben fijngestampt
- jullie zouden hebben fijngestampt
- zij zouden hebben fijngestampt
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais broyé
- tu aurais broyé
- il/elle aurait broyé
- nous aurions broyé
- vous auriez broyé
- ils/elles auraient broyé
Imperatief
- jij stamp fijn
- jullie stampt fijn
Impératif
- tu broye
- vous broyez